"Zeer goed"

Preek n.a.v. Genesis 1: 31

Ds. Maarten van Loon, september 2014

 

[meteen dia 1]

Zeer goed. Daar eindigt het scheppingsverhaal in Gen. 1 mee.

Een paar keer daarvoor al: God zag dat het goed was.

En als dan op de 6e dag de mens erbij is gekomen [al het andere was al geschapen]:

God keek naar alles wat Hij gehad had en zag dat het zeer goed was.

 

Het totaalplaatje is dus: zeer goed.

De onderdelen zijn goed [6x]. Maar nu alles af is doet God ahw een stapje terug.

Als schilder –stapje naar achteren.

Of als een kok die even proeft van het gerecht [alles zit erin en dan even proeven].

En dan [gebaar duim/wijsvinger]: perfect. Excellent. Kan niet beter.

 

De onderdelen [ingrediënten, verf]: goed.

Maar alles samen: zeer goed. [6x: goed. 7x: ook goed, maar nu: zeer goed; getal vd volheid]

Het geheel is méér van de som der delen.

 

Met dat zeer goed wil ik vandaag beginnen, op deze eerste themazondag van ons project ‘discipelschap’. Het thema voor vandaag [zie boekje] is: ‘mens, wie ben je?’.

Kan wat somber overkomen.

Op zo’n vraag: neiging om wat negatief antwoord te geven.

Suggereert een beetje of er hier misschien een probleem zit.

De mens – ja, die weet eigenlijk niet goed wie hij/zij is. Identiteitscrisis.

 

[2]Je zou op die vraag [mens, …?] kunnen antwoorden:

- zondaar [in zonde gevallen]

- een damp [vorige week] – ademtocht; een ‘niks’ eigenlijk

- een vat vol tegenstrijdigheden: de ene keer … [mooie woorden/lelijk]

- een tragisch verschijnsel: groots en zo nietig tegelijk [grootse dingen, techniek etc. / kwestsbaar]

- een destructief wezen

 

En … er zit wat in. In elk van die antwoorden. Maar vandaag laten we ze links liggen. Volgende keer [maand]: worstelen met heelheid. [kans genoeg] Maar vanmorgen dus niet.

 

[3]Want, zeker vanuit Genesis 1, zou je ook kunnen antwoorden [op die vraag ‘mens, …?]

- beeld van God

- door Hem gewild (en: geliefd) (laat ons mensen maken: zin in!)

- beheerder van de aarde – die daarvan ook mag genieten [hof v Eden! Geen Luilekkerland overigens]

- bijna-een-god [Psalm 8]. Of [Pls in Hand. 17, areopagus]: wij zijn van zijn soort [staat daar: ‘soort’]

( Gewaagd, maar: er zit iets goddelijks aan [met name] de mens.

 

Je zou er van alles op af kunnen dingen. Want: zondeval. Maar vandaag: niet afdingen. Niet: wat er af moet, maar wat er in zit! Want: er zit ook iets in. Heel veel zelfs. En dat heeft alles te maken met discipelschap.

 

[4]En daarom vandaag uitgangspunt: zeer goed.

Dat zei God dus toen alles klaar, af was: zeer goed. Het was één geheel. [met enorme fijnafstemming]

Er was heelheid. [harmonie, geen valse noten enz.] Expres ivm thema 2: worstelen met heelheid.

Maar: mooi woord, zeer passend: alles was heel. Niks kapot. Eén ge-heel.

 

Dat is gelijk het eerste aandachtspunt vanmorgen:

 

1. geschapen heelheid

Daarvan wil ik allereerst benadrukken: belangrijk dat we dat geloven! Dat – ik praat nu toch als vanzelf in de verleden tijd – alles ‘heel’ was. Dat dit eens echt zo was. Moeilijk voorstel misschien … maar belangrijk.

Dat gelooft lang niet iedereen. Vandaag: o.i.v. evolutietheorie: kwaad heeft een natuurlijke plek. Er is nooit heelheid geweest. [Of je moet het leven/wereld van nu zo zien – te veel eer! Denk eens aan alles wat er gebeurt!]. Sterker nog: het kwaad is zelfs nodig. Het recht van de sterkste zou anders immers niet kunnen functioneren.

Maar ver voor de opkomst van de ev.theorie: wereld tot stand gekomen uit strijd tussen goden. Goede en kwade machten. Dus ook dan: er is nooit heelheid geweest. Altijd al een mix van goed en kwaad.

En je snapt: op deze manier is het er niet alleen nooit geweest, maar zal het er ook nooit van komen – heelheid.

 

Daarom dus zo belangrijk: geloven in dat ‘zeer goed’.

Er valt veel meer over te zeggen. Voor vandaag: dat geeft hoop.

Nu even alleen de grote lijn: we leven van ‘zeer goed’ naar ‘zeer goed’.

De Bijbel begint ermee [schepping zeer goed] en eindigt ermee, in Op. 21/22:

Zie, Ik maak alle dingen nieuw!

En dat zal vast zeer goed zijn. Lees maar op de laatste blz. van de Bijbel hoe al dat nieuwe beschreven wordt [paradijstermen]. Het zal zeer goed zijn.

 

Daartussen in – tussen het aanvankelijke ‘zeer goed’ en het komende ‘zeer goed’ – leven wij.

Da’s ons perspectief.

 

En daarvoor moet je – om dat echt goed te laten doordringen – dat ‘zeer goed’ van het begin oppikken.

En dat kan, dat gebeurt. Kan zelfs zonder de Bijbel, maar wordt mooier en dieper met de Bijbel. Iemand omschreef dit heel mooi als: wij horen [mensen iha] echo’s van een stem. Ik voeg daar nog het woordje heelheid aan toe. Bedoelde hij ook. In dit bestaan zijn er echo’s van de stem van de heelheid. Of: echo’s van heelheid. Ergens weerklinken die in ons. In mensen in het algemeen. En in gelovigen in het bijzonder.

 

Dat is het tweede onderdeel vanmorgen:

 

2. de echo’s van de stem van heelheid oppikken

Er klinken echo’s in ons bestaan. Ze kloppen bij ons aan.

Over de echo’s van welke stem gaat het? Leerzaam en behulpzaam.

 

a) De stem van de gerechtigheid

Iedereen kent die stem wel. Kleine kinderen kun je het al horen zeggen: ‘dat is niet eerlijk’[5]. [Calimero: ‘zij zijn groot en ik is klein’].

Ergens willen we dat het eerlijk toegaat. In het klein en in het groot.

We leggen ons er een beetje bij neer dat het niet zo is. Binnen bepaalde grenzen.

Een volwassene kan op zo’n opmerking van een kind [zeker als dat kind al wat ouder is, geen 3 meer …] reageren met: ‘het leven is ook niet eerlijk’.

Maar ergens … ergens zit een verlangen naar eerlijkheid of, iets breder: gerechtigheid. En we weten vaak ook wel: niet goed wat ik doe. Zo moet, nee, zo hóórt het niet.

Een aangeboren verlangen naar gerechtigheid. We genieten ervan als het er is, als recht en vrede heersen: zo moet het zijn; was het altijd maar zo. En het gebrek eraan stoort ons.

Sommige mensen leggen zich erbij neer [interview Rikko Voorberg]: het is nu eenmaal zo [evolutionisme!]. Maar [RikkoV], scherp: daarbij neerleggen een vorm van zonde. Hij wil de mensen dan ook kwaad maken over onrecht dat niet bij deze wereld hoort. En meer nog dan dat: dat ze gaan erkennen dat ze eigenlijk verlangen te geloven. Maar nu loop ik vooruit op wat nog komt.

 

b) De stem van [de behoefte aan] spiritualiteit[6]

De laatste 10 jaar als het niet meer is: comeback van spiritualiteit. Veel mensen ontdekken ergens binnen in zichzelf: het najagen van rijkdom, seks, macht en allerlei soorten van geluk – dat is het toch niet. Er blijft er een leegte. Ondanks uiterlijk geluk – ervaren we dat we nog steeds innerlijk vernieuwd [NB: christelijke term!] moeten worden, of – populaire uitdrukking tegenwoordig – dat ons innerlijk in balans moet zijn met de rest van ons leven. Laat ik het even bij – maar vast herkenbaar?!

 

c) De stem van relaties[7]

Ergens weten we dat we voor elkaar [iha, dus breder dan huwelijk] gemaakt zijn en tegelijkertijd weten we hoe gecompliceerd relaties kunnen zijn. Maar ergens klinkt die stem: zo moet het wel zijn: harmonieus, aanvullend, een ander of anderen die jouw ‘tegenover’ is. Wat minder verheven: dat we elkaar nodig hebben. Samen willen zijn, samen willen leven. Niet doorgelezen in Gen. 2 [huwelijk], maar in het huwelijk kan die echo ook zo duidelijk zichtbaar worden. Het is waar: menig huwelijk dat in de hemel gemaakt lijkt, eindigt in een hel. Maar ook: als je het samen goed hebt, dan zeg je vaak: zo is het bedoeld. Dan hoor je heel duidelijk die echo in je huwelijk. Dan proef je iets van liefde zoals het bedoeld is. Hemelse, zuivere liefde. [ihb huwelijk, maar kun je algemener zien] Kan ook in een vriendschap: zo moeten relaties tussen mensen zijn. Zoals God ook in zichzelf een en al relatie is [laat ons mensen maken]

 

Tenslotte:

d) De stem van schoonheid[8]

In allerlei opzichten kun je schoonheid ervaren. In relaties – waar het net apart over ging. Maar ook in muziek, in kunst, in sport [mooiste doelpunt – van van Persie!].

En niet te vergeten: in de natuur

 

Schoonheid valt niet uit te leggen – maar je ervaart het.

Tenminste soms of regelmatig. Maar je ervaart het wel naast soms heel lelijke dingen. Schoonheid verdwijnt. Die mooi melodie die je hoorde is weg nadat-ie geklonken heeft. Dat vroeger zo knappe meisje is nu … [vul maar in].

 

* * *

 

[9] Dat waren dus de 4 stemmen [nog 1x: gerechtigheid, spiritualiteit, relaties, schoonheid]

Deze 4 stemmen – het zijn eigenlijk echo’s. Echo’s van iets. Je hoort, ziet, voelt, proeft er nog iets van. En: vrijwel iedereen heeft dit. Hoort die echo’s, gelovigen én ongelovigen.

En als er echo’s opgevangen worden, dan worden er heel vaak religieuze termen gebruikt om het aan te duiden.

[10=zwart]

Als een bepaald drankje heel lekker is: godendrank. Godennektar.

Lekker eten: zalig.

Als het ergens heel erg mooi, rustig en vredig is, dan kan het opeens paradijselijk heten.

Je kunt als mens een gelukzalig gevoel hebben.

Fotomodel wordt ‘goddelijk’ genoemd.

Het Braziliaanse elftal ‘de goddelijke kanarie’.

Dingen kunnen je in hoger sferen brengen.

En zo zijn er vast nog wel meer.

 

En nu komt de grote vraag natuurlijk: … waar het is het precies de echo van? Is er wel een stem? Een echte. Of verzinnen we die, is het bedrog?

 

Daarover gaat het volgende onderdeel:[11] [overzicht tnt + volgende punt]

 

3. de stem van heelheid oppikken

Wright [want van hem heb ik dit min of meer] zegt dan: nee, dat is geen bedrog. Dit is de stem – nu even in mijn woorden – van de heelheid van Genesis 1. Hier is het terugverlangen naar iets wat er wel degelijk geweest is. Iets wat God in een mens heeft gelegd (?). En niet alleen terugverlangen, want … een belangrijke kern van het christelijk geloof: naar wat nog komt.

 

Hier klinkt de echo van het ‘zeer goed’. Echo van heelheid. De echo van eeuwigheid [radioprog.]. Die echo dreunt na. Blijft nadreunen. Tot eeuwigheid aanbreekt.

Ergens weet je dat het bestaat. Soms proef je er even iets van.

En je gaat ernaar verlangen. Je wilt er méér van. Je gaat je ernaar uitstrekken.

In je eigen leven. En in de wereld als geheel. Je krijgt heimwee naar de toekomst

 

Dat is wat er gebeurt als je de stem oppikt in je leven.

Als je gaat inzien: ze zijn geen verzinsel van de menselijke geest. Dromen. Dromen zijn immers bedrog. En het land Utopia [vandaar ons woord: utopie] bestaat niet.

 

Daarom is het zo goed dat we het vanmorgen aangereikt krijgen op de eerst blz van de Bijbel: ‘zeer goed’. Super tof. Tof = Hebreeuws voor goed. Dat staat er dus: mega tof!

Zo was het dus echt.

En: zo wordt het weer! Als God alle nieuw maakt. Reken maar van yes!

Dat is eigenlijk de Bijbel in een notendop: van heelheid naar heelheid.

 

En hoe komen we daar? We komen daar door Jezus! Hij is de stem in Persoon.

God spreekt. Bij de schepping. Maar ook daarna. En, zegt Hebr. 1: uiteindelijk, nu de tijd ten einde loopt, spreekt Hij door zijn Zoon Jezus.

 

De stem oppikken, dat is dus vandaag concreet: Jezus horen en zien. Hij is – ik zei net de stem in Persoon, maar nu: – heelheid in Persoon.

 

4. Jezus zien[12]

Want wat deed Jezus? Je zou het zo kunnen zeggen: Hij zette het herstel in. Hij baande voor de mens de weg naar God. De weg die eigenlijk geblokkeerd was. En Hij liet zien dat het menens was. Want Hij gaf zich vrijwillig in de dood.

 

En Hij liet ook zien dat heelheid het doel was in alle opzichten.

1) door zijn vele genezingen lichtte Hij a.h.w. een tipje van de sluier op.

2) Zijn eerste wonder was: water in wijn veranderen. Niet zozeer om die boerenbruiloft in Kana te redden – want, staat er in Joh. 2, het was niet zozeer een wonder als wel een teken. Ook weer een tipje van de sluier. De profeten hadden het feestmaal al aangekondigd, met heerlijke eten, kostelijke wijnen enz. [NT-taal: de bruiloft van het Lam]: God gaat het weer helemaal goed maken, als in de hof van Eden, het paradijs. En Jezus laat met dit teken zien: reken maar dat het gebeuren zal. Er zal uitbundigheid zijn, het leven dat weer helemaal goed is. Daar in Kana en in andere plaatsen ontmoeten hemel en aarde elkaar even. Dat gebeurt waar Jezus verschijnt.

En daarmee laat Jezus zien: daar Mij zal het allemaal weer zeer goed worden. Reken maar.

 

En dan nog iets: Hijzelf was wat wij niet zijn: helemaal gaaf. In een gebroken wereld gaf God een mens die heel was. Zonder enig gebrek. Vol liefde.

Wij zijn gebarsten beelden van God. Maar Hij is het volmaakte beeld van God –zoals wij bedoeld zijn. Zo noemt de Bijbel Hem: het beeld van God. In Kol. 2: 9 staat dat in Hem de goddelijke volheid lichamelijk aanwezig is.

 

Wie de stem echt oppikt, die gaat Jezus zien. In alle opzichten. In de volle betekenis van het woord. Compleet. En die gaat ernaar verlangen bij Hem te horen, Hem na te volgen. Mens te zijn zoals Hij.

Dat is wat discipelschap ten diepste is: leerling van Hem. De weg gaan die Hij [onder]wijst.

Omdat het moet? Nee, omdat je de stem opgepikt hebt. Omdat je ernaar verlangt. Lijkt je geweldig

[preek laatst over Psalm 15. Iemand zei later: mijn lievelingspsalm. Vraag: ‘wie mag …’. En ik dacht: ‘ja, dat wil ik wel! Daar is het vast goed!’]

Je verlangt ernaar, want je verlangt naar een stuk heelheid – en die geeft Hij.

En daar richt een discipel zich op. Strekt zich daar naar uit.

En daar krijg je ook kracht voor. Nu al. Door de Heilige Geest. Die al boven de wateren zweefde. Klaar om zijn werk te doen. De aarde wordt ingericht. Daar komt de mens te wonen. En over die aarde zweeft Gods Geest. Niet over Mars, Jupiter, over de zon of waar dan ook, nee over de aarde.

Die Geest, die toen al boven de wateren zweefde – die staat je terzijde. Helpt je.

Helpt je – waarmee precies?

 

5. Discipel van Jezus’ zijn[13]

Mens, wie ben je? Thema van vandaag.

En ik hoop dat dit je antwoord: ik ga in op het ‘zeer goed’. Ik heb de stem van heelheid gehoord in mijn leven. En ik ga daarvoor, voor dat ‘zeer goed’.

Ik ben Jezus gaan zien als de stem waarmee God gesproken heeft en nog altijd spreekt. Ik ben iemand die verlangt naar heelheid. Daar richt ik mij op. Dat is nou discipel zijn!

Ja, dan zal er ook wel een worsteling komen – maar dat is voor volgende keer.

Nu gaat het om dat verlangen. En om die stem die dat verlangen oproept. Om die te volgen.

In je leven van hier en nu.

 

Nou – dat is nou discipelschap. Dat je dat zoekt. Dat je de echo die klinkt, oppikt. Die zich verdiept als je Jezus ziet. Dat je Hem wilt volgen. Omdat je weet: dan is het goed. Hij brengt heelheid. Nu al. En morgen en tot in eeuwigheid.