De (kinder)doop: God bouwt voort op wat Hij begon
N.a.v. HC Zondag 27, vraag en antwoord 74
Ds. Maarten van Loon (december 2014)
Deel 1
[1=zwart]
In een paar stappen gaan we het vanmiddag/avond hebben over de [kinder]doop.
En deze tekst is de eerste.
Een echte adventstekst.
Of Kerst-tekst, als je wilt.
Vroeger lazen we, nee declameerden we met Kerst [kinderkerstfeest] altijd deze tekst uit Jesaja.
In de oude vertaling:
“er zal een rijsje voortkomen uit de tronk van Isaï en een scheut uit zijn wortelen zal vruchtdragen”.
Ja, deze tekst gaat over Jezus. Zoals wel meer teksten uit Jesaja en de andere profeten.
Keer op keer vind je dat in het NT: kijk maar, de profeten hebben de Messias, Jezus, al een beetje uitgetekend. Zo ook hier, want: Jezus is die scheut uit de stronk van Isaï. [2]
Een stronk. Even over dat beeld. Een boom, die vlak boven de grond is afgezaagd [omgehakt, kettingzagen waren er niet toen]. Veel is er dus niet van die boom over. Het meeste is weg.[3]
Zo was het met het volk van Israël. Veel was weg. In ballingschap en voor een groot deel nooit meer teruggekomen.
En vooral: het koningshuis was weg. Geen koning op de troon.
Het gaat hier over de ‘tronk van Isaï’, en Isaï was de vader van David.
Het koningshuis van David was dus afgekapt. Niks van over.
Maar, dat is de aanzegging van deze tekst: die afgehouwen tronk, daar komt weer een tak aan.[4]
Op een of andere manier zal er weer bloei komen.
En niet zuinig ook.
Het begint klein – een babytje in een kribbe, weten we nu.
Maar het wordt heel groot. De profetie loopt door na de tweede komst van Jezus.
Loopt door tot in het komende vrederijk, het eeuwige leven.
Waar de wolf zich zal neerleggen naast het lam.
* * *
Ik zei: dit is de eerste stap op weg naar hoe het nou zit met de [kinder]doop.
Wat we nodig hebben voor het vervolg is dit: de Messias, Jezus komt nadrukkelijk voort uit het bestaande. Uit Israël. Uit het verbondsvolk. Het volk van de belofte aan Abraham. Dat volk zal weer tot bloei komen. De Messias, Jezus, komt nadrukkelijk uit dit volk voort. Is daarin helemaal geworteld.
En dan hebben we nog iets nodig. Wat we ook nog nodig hebben is: de Messias komt wel voort uit het verbondsvolk, is daarin geworteld, maar Hij zal komen voor alle volken. Dat schemert hier, net als in diverse andere profetieën door. Eigenlijk bij Abraham al: Abraham, door jou, d.w.z. door het volk dat uit jou voortkomt, zullen alle volken op aarde gezegend worden.
Er is een roos ontloken uit barre wintergrond.
Davids oud geslacht is weer opnieuw gaan bloeien
In ’t midden van de nacht.
Laten wij zingen: LvK gezang 132: 1, 3
Deel 2
[meteen 5]
We zijn nu klaar voor een volgende stap.
In dit deel gaan we zien: in het nieuwe verbond word je geënt op de edele olijf
Hier in dit stukje een zelfde soort beeld als zonet met die tronk. Nu; een complete boom.
Laten we ons voor het gemak maar voorstellen dat het gaat over die tronk, die weer tot bloei is gekomen dankzij Jezus. De tronk is weer een boom is geworden.
En net als bij het stukje over die tronk gaat het er ook hier om:
God begint met Jezus niet iets compleet nieuws. Nee, Hij bouwt voort op het oude. Dat bouwt Hij uit.
Dat is het hele punt hier.
Ja, want Paulus heeft het hier over ons! Over ons, niet-Joden.
De edele olijf – dat is het Joodse volk.
Helaas zijn er takken weg. Weggebroken.
Maar op die plek worden nu nieuwe takken geënt.
Tot voor een paar jaar geleden wist ik helemaal niet wat dat was, enten.
En ook nooit geweten dat het kon: een losse tak, niet eens een tak van die boom zelf, die je aan die boom kunt laten groeien.[6] Hier zie je hoe het ongeveer gaat:
Links: de tak die geënt moet worden op de boom [op de plek aangegeven met pijl]. Je maakt de bast een beetje open, en je snijdt de tak schuin open [zo groot mogelijk contactoppervlak]. Dan druk je de tak er tegenaan en wikkelt er iets omheen zodat het goed stevig blijft zitten. [rechterplaatje]
En dan – na verloop van tijd – vergroeit die tak met de boom.
Een losse tak zou normaal gesproken dood gaan.
Maar wonder boven wonder – de tak vergroeit dus met de boom!
Het wordt een volwaardige tak. Net als de andere takken krijgt hij zijn sappen/vocht [zijn eten en drinken, zegmaar] via de wortels en zo verspreidt het eten zich door de boom.
Ook naar de ge-ente tak.
Zodat die niet alleen blijft leven, maar zodat er ook weer bladeren aan gaan groeien.
Die tak – het is immers een olijf waar het over gaat – die gaat weer vrucht dragen.
En let op het: de takken die ge-ent worden zijn takken van de wilde olijf.
Niet van de oorspronkelijk boom, de edele olijf.[7] Die zie je hier, met die afgehouwen takken. Het deel van Israël dat Jezus niet heeft aanvaard.
Nee, er worden takken van een iets ander soort op gëent. Van de wilde olijf.[8]
Ik zei al: dat zijn wij! Toch ge-ent. Ondanks dat we zo wild zijn.
Toch verbonden met de wortel. Toch mogen we vrucht dragen.
En dan voegt Paulus daar fijntjes aan toe: ja, maar je nou niet boven de andere, oorspronkelijke takken gaan verheffen. Alsof je beter bent. Alsof het jouw prestatie is.
Hier hebben we vast een hele belangrijke ivm de kinderdoop: alsof het jouw prestatie is dat jij zo’n ge-ente tak bent.
Nee, zegt Paulus, helemaal niet. Dat is genade. Het wordt je gegeven.
Besef dan: je moet het hebben van de wortel.[9]
Heel duidelijk in dit plaatje: wortelstelsel: Jezus.
De wortel - die zorgt ervoor dat jij in leven bent, groeit en bloeit.
En niet andersom!
Het is die scheut, die telg, die uit die stronk voort is gekomen. Die is de wortel. Door Hem ben je geworteld. Door Hem is er leven, is er vrucht. Door Hem is er hoop en verwachting.
Omdat jij ge-ent bent op wat al bestond. Het is opnieuw gaan bloeien.
De boom is zich gaan vertakken, verder dan ooit.
Zelfs Filistijnen, Tyriërs en Moren. Ja, en ook Nederlanders en mensen uit alle andere volken mogen erbij horen. Men zal zeggen: elk van hen is daar, in Jeruzalem, hoofdstad van de edele olijf geboren.
Zingen: Psalm 87: 3, 4, 5
Deel 3
[10] We hebben een lange aanloop genomen. Maar daar hebben we hopelijk nu voordeel van.
In onze tijd is er nogal discussie rond de kinderdoop. Moet dat wel? Zegt de Bijbel niet ergens: eerst geloven en dan pas gedoopt worden? En is dat ook niet logisch: eerst je toewijden aan God en dan dat bevestigen in de doop? En trouwens, waar lees je in het NT dat kleine kinderen gedoopt worden? Nergens toch? Ook niet in de zogenaamde huisteksten. Dat zijn teksten waarin staat dat die-en-die met zijn hele huis werd gedoopt. Want daar staat nooit met zoveel woorden bij dat er in dat huis ook kleine kinderen waren. Dus … waar halen we het vandaan dat ook kleine kinderen gedoopt worden?
Nou, dat komt o.a. uit de teksten waarover het hiervoor ging. Over die afgehouwen tronk, over het ge-ent zijn/worden op de edele olijf. Niet precies of niet alleen uit die teksten, maar uit de hele lijn die de Bijbel tekent. De sterke verbinding die er is tussen Oude en Nieuwe Testament [doorgaande lijn OT-NT: belangrijk bij het bijbellezen!]. We hebben toch heel duidelijk gezien – en eigenlijk wisten we dat al, toch? – dat de komst van Jezus niet los staat van Gods verbond dat Hij al met Abraham was begonnen. Zijn verbond met zijn uitverkoren volk. Met Israël. Daar bouwt Hij op voort. Hij maakt de kring breder, de takken verwijden zich, maar het is hetzelfde verbond. Dat is het hele punt. Het is hetzelfde verbond.[11]
Zeker, er is iets veranderd. Sterk veranderd, zozeer dat we kunnen spreken van het oude en nieuwe verbond. Maar die twee horen dus helemaal bij elkaar. Om verwarring te voorkomen zouden we misschien beter kunnen zeggen: het vernieuwde verbond. Christus heeft namelijk het eerdere vervuld. Dat is wat anders dan weggedaan en iets totaal nieuws ervoor in de plaats gezet. Vervullen, dat is: vol maken. Afmaken. Tot het einddoel brengen.
Hij heeft een einde gemaakt aan de dagelijkse offers in de tempel. Want die wezen vooruit naar het offer. Het volmaakte offer van Jezus aan het kruis. [gesymboliseerd in plaatje].
Ook de besnijdenis wees daar op een bepaalde manier naar vooruit. Er vloeide bloed. Een beetje maar. Als symbool dat jouw bloed eigenlijk hoorde te vloeien. Maar het hoeft niet echt. Want Jezus’ bloed zou vloeien. En daarom: na Jezus’ offer geen besnijdenis meer waar bloed bij vloeit. Daarom is er in het vernieuwde verbond een ander teken gekomen: de doop.[12]
De doop – een teken waar geen bloed bij vloeit.
Nu kun je vragen: ja maar, is zo dan het goed recht van de kinderdoop Bijbels onderbouwd? Zoals ik het nu doe, in navolging van de HC. En trouwens ook van de NGB?
En mijn antwoord is: ja. Want we willen de Bijbel niet zo gebruiken dat we alleen maar afgaan op losse teksten waarin dan staat dat we iets zus of zo moeten doen. Of juist niet moeten doen. Dat heeft wel z’n eigen waarde, maar dat is tegelijk ook weer beperkt.
Want dan mis je de grote lijn: de doorlopende lijn van het verbond met Abraham naar nu.
Die grote lijn moeten we dus juist even goed pakken.
Als we die zien, dan wordt de kinderdoop heel logisch.
De besnijdenis verdwijnt omdat het als teken verouderd is.
Jezus heeft het volmaakte offer gebracht.
En daarom mag nu het verbondsteken een ander teken worden: de doop.
Net zoals onder het oude verbond een kindje besneden werd zonder dat het daar iets voor gedaan had, nog zonder dat het kon zeggen: “ja Here, ik geloof, ik wil mijn leven aan u toewijden.”
Net zo worden dus in het vernieuwde verbond kleine kinderen gedoopt.
Ja, maar … dan is het wel belangrijk dat we goed zien wat er dan gebeurt! Bij de doop spreekt God zijn Naam uit over jouw leven. Bij de doop, net als bij de besnijdenis, wordt jou al iets beloofd door God. [12.1]
Zonder dat je er iets voor hebt hoeven en kunnen doen. Je staat al op het goede spoor, omdat je geboren bent binnen dat verbond. Zo klein als je bent: God zegt tegen je: Ik wil jouw God zijn, Ik wil voor je zorgen. Mijn hand is boven jouw leven. Misschien leg je later heel bewust jouw hand in die van Mij. Maar weet dan dat Ik je voor was. Dat Ik mijn Naam al over je had uitgeroepen. Je al bij je naam had geroepen. En allang voor je zorg.
B+z, j+m, wat is dat geweldig mooi! God die allang met je bezig is. Denk zo eens aan je doop. Je bent zonder dat je het beseft al door God op zijn spoor gezet. Je staat al goed voorgesorteerd. Je mocht binnen het verbond geboren worden. Binnen Gods verbond dat Hij nooit zal krenken, maar eeuwig zal gedenken.
Zingen: Psalm 105: 5
Deel 3
[13]Tenslotte iets over toewijding: Wijd je met zijn belofte op zak aan God toe!
Dat is de oproep vanuit de doop.
De doop is het begin. God komt met zijn belofte naar je toe.
En Hij zegt: ga maar op weg in een leven met Mij. Ik ben bij je.
Je hebt Gods belofte op zak.
Je staat goed voorgesorteerd.
En nu mag je op weg.
En hopelijk wil je dat ook.
Die vraag van Paulus ”Moeten we dan maar doorgaan met zondigen zodat we nog meer genade krijgen van God?” - die vraag vind je raar. En je zegt als hij: tuurlijk niet!
Tuurlijk betekent het schoongewassen zijn door God, het heilig verklaard zijn door God niet dat je maar door moet gaan met zondigen!
Wat een belachelijke gedachte! En dan ook nog met het idee erbij dat dan de genade zal toenemen.
Want: hoe meer je zondigt, hoe meer jou vergeven wordt. Dus hoe meer genade.
Absurd.
Wat respectloos ook, tegenover God.
Hier wordt een dikke streep gezet door wat wel verbondsautomatisme genoemd wordt.
Daarmee wordt dit bedoeld: je bent gedoopt, hoort bij het verbond en nu denk je – bewust of onbewust – ik ben binnen, mij kan niks gebeuren. Maar ernst maken met een leven met God, zoals Hij het leven bedoeld heeft? Ho maar!
Ik zeg dit even … omdat dit voorkomt. Ook onder ons. Wel gedoopt, denken dat het goed zit, maar niet echt leven met de Here. Ja, net als Kortjakje ’s zondags naar de kerk – dat wel. Maar verder … door de week. In de levenspraktijk …
En ik heb nog een reden: weer anderen ergeren zich daaraan, vinden het hier in de kerk hypocriet.
“Ja, ja, braaf naar de kerk. Gedoopt en wel. Belijdenis gedaan, maar ondertussen. De kat in het donker knijpen, flink wat drinken en nog wel meer. Hoe kan dat?”
En soms leidt dat dan tot een keuze voor … de volwassendoop.
En ik kan dat nog begrijpen ook.
Er is één manier die dat kan tegengaan. En dat is dat wij allemaal onze doop serieus nemen. De doop wordt eenmalig bediend [God belooft voor eens en voor altijd; dan staat het vast!], maar je mag ‘m elke dag gebruiken. We hebben het net gelezen: je beweegt met Christus mee: in zijn dood. Dat stond er: door de doop ben je in zijn dood met Christus begraven. Maar dan vervolgens: dat is met de bedoeling, zegt Paulus, dat we net als Christus weer opstaan in een nieuw leven.
Dat is wat de doop wil, waar de doop om vraagt: dat je je leven toewijdt aan God, die jou wil redden van de geestelijke ondergang. Vanuit de doop ontvang je daarvoor kracht. Want - hoe zat het ook al weer? De doop is een belofte van God aan jou: Ik zal er voor je zijn.
Dat is het diepe water van de doop. Je mag je vastgrijpen aan Gods belofte. Hij is iets begonnen met jou en daar mag je een beroep op doen. Hij zal zijn Geest niet onthouden aan wie tot Hem bidden.
Tenslotte iets over overdopen. Ik weet het, het is een gevoelig onderwerp. Ik weet ook dat mensen die zich laten overdopen dat om uiteenlopende redenen doen.
Eén daarvan wil ik hier noemen. Eentje die ik ergens wel kan begrijpen, maar waarvoor we op Bijbelse gronden toch een andere oplossing moeten vinden.
Het komt nogal eens voor dat mensen die ooit wel gedoopt zijn, God lange tijd links hebben laten liggen. En als zij dan op een gegeven moment tot een nieuwe toewijding komen – en soms doordat ze heel nadrukkelijk door God in de kraag gegrepen worden – dan ontstaat er soms het verlangen om gedoopt te worden. Om zo hun nieuwe toewijding te markeren.
Ik wil daar niet te negatief over zijn. Want het is juist geweldig als mensen hun leven heel bewust willen wijden aan God en aan het Hem volgen in alle dingen van het leven. Dan hebben we het in dit voorbeeld over een verbondsvernieuwing. Een verbondsvernieuwing zoals je dat in de Bijbel ook verschillende keren tegenkomt.
Eén van die keren is bij Johannes de Doper.[14]
Hij doopte. Wie? Mensen die allang het teken van het verbond hadden, de besnijdenis.
Maar hij doopte hen als markering van hun nieuwe toewijding. Op de boeteprediking van Johannes de Doper waren ze tot inkeer, bekering gekomen. Wilden ze hun oude leven, los van God en zijn gebod, achter zich laten en een nieuwe leven beginnen: “zo kan het niet langer, het moet radicaal anders in mijn leven.” En ze lieten zich vervolgens dopen.
Vandaag lijkt me de doop daarvoor geen geschikt middel – om dat te markeren.
In de kerk kennen we de openbare geloofsbelijdenis. We zeggen daarvan wel: dat is antwoord op je doop. Misschien moeten we dat als moment steviger markeren.
En misschien zou het niet zo gek zijn als we als kerk iets doen met ‘verbondsvernieuwing’. Niet door een herdoop maar door iets anders. Door mensen die zich graag opnieuw willen toewijden, die het roer willen omgooien na feitelijk een heel ander leven geleid te hebben dan op grond van hun doop verwacht mocht worden [door God!], voor in de kerk een gelofte af te laten leggen. En dat we dat dan doen onder verwijzing naar God, pleitend op zijn verbond dat Hij al met je is aangegaan. Waarin Hij je al vergaande beloften had gedaan.
[15 – zo lang mogelijk laten staan, tot lied van Sela begint] Want dat is immers waar de doop je toe oproept: Wijd je met Gods [verregaande] belofte op zak aan Hem toe!
Hem zij de dank en de eer tot in eeuwigheid. Amen.
Zingen: LvK gezang 343 of dooplied Sela