De vreugde van discipelschap

N.a.v. Johannes 15: 11

Ds. Maarten van Loon, mei 2015

 

Preek

[1]Vanmorgen gaat het over vreugde. Je mag wat mij betreft ook zeggen: blijdschap.

Geloofsblijdschap of geloofsvreugde.

Vreugde gaat wat dieper voor mijn idee.

Toen Nederland in mei 1945 bevrijd werd – we vierden het afgelopen week, toen was er daarna grote vreugde. Een hele diepe emotie.

 

Vreugde, las ik ergens, is iets dat je overkomt. Er gebeurt iets, er is iets. Iets buiten jou en dat geeft jou vreugde. Je kunt jezelf geen vreugde geven. Nee, vreugde is een emotie die door iets buiten mij wordt opgeroepen. En het mooie is: ik ben vervolgens degene die vreugde heeft. Want het raakt mij. Ik word erdoor geraakt. En ik ervaar vreugde.

 

Wanneer ervaren we vreugde? [nogmaals: blijdschap mag ook; dan wel: diepe blijdschap; in de preek: vreugde]

Ja, wanneer ervaart u/jij dat?[2]

Denk allemaal eens even na. Wat geeft jou vreugde? [laten nadenken]

En … ? [3] [uitvragen adhv dia] [moederdag: je moeder? Je ouders?]

 

Allemaal mooie dingen. Dingen om dankbaar voor te zijn. Allemaal bronnen van vreugde. Zeker. Er zitten ook diverse zaken bij die het leven blijvend veranderen.

 

Vanmorgen gaan we het hebben over één Bron van vreugde in het bijzonder: Jezus. [3.1][zat er al bij??]

We hoorden het Hem zeggen[4]: “dit zeg ik om jullie mijn vreugde te geven”.

 

Dus: er is vreugde bij Jezus. Hij heeft vreugde.[4.1]

Laten we daar eerst eens even bij stilstaan.

Jezus was geen vreugdeloze figuur. Maar kennelijk vol vreugde.

En wat is bij Hem de Bron van zijn vreugde?

Het staat er vlak voor [NBV: dit zeg ik, Grieks: heb ik gezegd, dus naar voorgaande kijken]: de liefde van zijn Vader voor Hem. Hun wederzijdse liefde.[4.2]

Jezus vindt er vreugde in te weten dat Hij geliefd is door zijn Vader.

Hij wéét het. Voelt het tot in zijn tenen. Ondanks dat verschrikkelijke lijden dat eraan komt.

Hij weet het, zijn discipelen weten het en wij weten het ook, want tot twee keer toe klonk er een stem uit de hemel. God zelf sprak. God zei: [4.3]“Jij bent mijn geliefde zoon. In jou vind Ik vreugde!”

 

Kijk – daar heb je dus ook vreugde bij God de Vader. Vreugde in zijn Zoon Jezus. En Jezus – die wordt daar weer ontzettend blij van. Hij koestert zich daarin. Dus dat is Jezus’ blijdschap/vreugde: dat Hij zich helemaal geliefd weet door zijn Vader.

 

[4.4]En die vreugde wil Hij aan zijn discipelen geven. Zo staat het er.

Hoe doet Hij dat? Want vreugde geven – dat is nog niet zo makkelijk.

Stel ik zou u vreugde willen geven of u mij? Hoe zou dat dan moeten?

Vreugde geven – iemand een bepaalde, blijvende emotie bezorgen, dat is nog wel even wat anders dan iemand een bosje bloemen geven, een briefje van 100 euro, een nieuwe fiets.

[5=zwart]

J+m, als je vanmorgen je moeder iets hebt gegeven voor moederdag – weet je waarom ze daar zo blij mee is? Nou ja, met het kadootje zelf natuurlijk. Dat zeker ook.

Maar ik denk dat je moeder vooral ook heel erg blij is met wat je met dat kadootje laat zien: dat je van haar houdt. Misschien heb je maar een klein kadootje gegeven – een tekening of misschien iets wat nu op de beamer staat, maar je hebt eraan gedacht. [6]Je wilde dat ze het zou krijgen, omdat ze de allerliefste mamma is van de hele wereld. Kijk – en dat voelt ze [als het er niet al bij staat (] en juist dat maakt haar zo ontzettend blij. Dat geeft haar nou diepe vreugde.

[7=zwart]

En zo is het ook met de vreugde die Jezus wil geven. Die vreugde bestaat uit het je helemaal geliefd weten door Hem. Door God. God heeft ons zo lief dat Hij zijn Zoon Jezus geeft, zijn leven laat opofferen voor ons. Jezus wijst erop: een grotere liefde bestaat er niet dan dat iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden.

Van de week, bij de dodenherdenking op 4 mei, trof het me weer: [8] die inmiddels stokoude veteranen die aanwezig waren bij de plechtigheid op de Dam. Eentje moest omhoog gehesen worden uit zijn rolstoel, maar hij moest en zou in de houding staan en salueren. En via facebook begreep ik dat ik niet de enige was die onder de indruk was. Respect voor deze mensen. Want zij hebben hun leven destijds op het spel gezet. Zij hebben het overleefd, maar [9]vele 1000-en vaak nog hele jonge kerels niet. Ze gaven hun leven. Voor ons. Tot op de dag van vandaag zijn we er dankbaar voor. Maar wat was dat een ontzettend groot offer!

 

[10]Zo’n offer heeft Jezus ook gebracht. Met één groot verschil: zijn offer bracht ons in een eeuwige vrede met God. En nu zijn we …. vrienden. Geen vijanden. Geen slaven, maar vrienden.

Een heel intieme term. In de Bijbel [OT] worden alleen Abraham en Mozes vrienden van God, van de Allerhoogste genoemd. Verder niemand. Van Henoch dat hij wandelde met God.

En nu … in het NT: worden we vrienden genoemd. [Of, andere term, nog closer: kinderen van God. De Geest fluistert het ons in, herinnert ons eraan, spoort ons aan: “zeg het maar: Abba Vader!” Kind, zoon/dochter van God.]

 

[11=zwart]Wat een wonder. Wat een genade. Ik – een vriend van God. Van Jezus. Dat ik daarvoor uitgekozen ben!

Ja – want dat zegt Jezus hier van zijn discipelen. Het begint niet bij jezelf: jij zoekt God op als vriend. Nee, God zoekt jou op. En zegt: ik wil jou erbij hebben. Jij mag mijn vriend zijn! Het overkomt me!

Daar kunnen we heel ingewikkeld over doen. Heel moeilijk. Ik heb het dan over de uitverkiezing. Ik ben er zelf in mijn leven ook flink over gestruikeld. Over dat leerstuk.

Maar als je het nou eens niet als leerstuk bekijkt, maar als iets om je over te verwonderen: ik? Mag ik erbij horen? Is zijn liefde en genade er voor mij? Ja, voor mij!

 

Waarom dan? Wat ben ik nou helemaal?

Nou – daar gaat het niet om.

Want genade krijg je niet om wie je bent. Nee, genade krijg je om iemand te worden.

Beetje deftig: het is niet ‘genade omdat’, maar ‘genade opdat’. Zoals het in vers 16 staat: God kiest uit om [=met het doel dat] vrucht te gaan dragen. Maar het begint bij Hem. Zomaar. Voor niks. Gratis. Genade.

 

Kijk – en dat is nou de Bron van de vreugde: de genade.

De twee woorden die het NT daarvoor gebruikt, lijken ook heel sterk op elkaar. Ze komen uit dezelfde woordgroep.

Als ik ze noem, dan zegt het u waarschijnlijk niks.

Charis = genade [kun je al iets van het woord charismatisch in horen].

Chara = vreugde.

 

De vreugde waar we het vandaag over hebben is de vreugde om de genade.

 

Iemand zei eens: [12]vreugde is niet de afwezigheid van dingen als moeite, pijn, verdriet. Nee, het is de aanwezigheid van iets. Van God. Van Jezus. Hij is in je leven aanwezig. In dit bestaan. En dat maakt een wereld van verschil.

 

Stefan Paas in een interview:

“Geloof associeer ik op een heel fundamentele manier met vreugde. Vreugde door tranen heen soms, en zelfs bij een graf. Geloof is geen ontkenning, maar juist een heel diep omarmen van de werkelijkheid, waarin je God – zonder dat je alles begrijpt – ontmoet. [13]Vreugde is voor mij het diepste geheim van wat geloven is. God is Vreugde. Hij is een oneindige bron van vreugde, en zelf ook volmaakt vreugdevol. Vreugde is een soort onverwoestbaarheid, een ervaring die van de andere kant komt en subliem is. Dat kun je zelfs aan een graf ervaren.”

 

Mooi gezegd. En ook heel terecht.

Het is een ervaring die Petrus ook ergens noemt. 1 Pet. 1: 8[14]

“U hebt hem lief zonder hem ooit gezien te hebben; en zonder hem nu te zien gelooft u in hem en ervaart u een onuitsprekelijke, hemelse vreugde” [NB: beproevingen voor die Christenen!!!]

 

Jezus wil ons die vreugde geven. Dat zagen we al.

En dat God ons vreugde wil geven, lezen we ook in Romeinen 15: 13:[15]

Moge God, die ons hoop geeft, u in het geloof geheel en al vervullen met vreugde en vrede, zodat uw hoop overvloedig zal zijn door de kracht van de heilige Geest.

 

En vreugde behoort ook tot de vrucht van de Geest. [16]Weet u nog, vorige themazondag ging het daarover. De vrucht van de Geest is liefde, dubbele punt, namelijk ….

En dan meteen als eerste deelvrucht van de liefde: vreugde!!

 

De Geest wil ons vreugde geven. Vreugde om wie we in Gods ogen zijn: geliefd. Zijn oogappels.

Kijk – en dat mag de grondtoon van je leven zijn. Vreugde om Gods aanwezigheid. Vreugde om Jezus die alles heeft volbracht. Wiens vriend, wiens broer of zus je mag zijn.

Vreugde is niet: altijd lachen, nooit meer verdriet. Vreugde in God is de rostvaste wetenschap dat Hij er is. Dat Hij niet laat varen wat zijn hand begon. Dat je mag leven. Levensadem. Elke dag. Dat Hij jou in zijn grote plan heeft opgenomen.

 

Vreugde: dat is dus de grondtoon in het levensgevoel van een christen.

Ja, dat zeg ik nou wel. Maar ik kan mezelf en u/jou dat natuurlijk niet opleggen. Of wel? Nou … Paulus roept ons ertoe op en vanavond preekt ds. Lieuwe de Jong over die tekst: “verblijd u in de Heer. Wees altijd blij in de Heer!”.

 

Jezus zegt er dit over: je blijft in Gods liefde als je zijn geboden houdt. Zoals Hij dat zelf ook deed. Dat is de bron van een vreugdevol leven.

 

Zo simpel is het dus. Leven volgens Gods bedoeling, zoals opgetekend in de geboden en kernachtig samengevat in de liefde. Als je daarbij blijft, dan zul je in zijn liefde blijven. Dat is wat Jezus zegt. Dat is wat Hij je belooft. Dat je dan telkens die vreugde zult ervaren. Van het geliefd zijn. Vriend zijn. Kind zijn. En daarom zegt Jezus dat – dat je Gods geboden moet houden: om je vreugde te geven!!!

 

Beste mensen, Gods weg gaan, luisteren naar wat Hij zegt, daarnaar handelen, de liefde in praktijk brengen – dat is een bron van vreugde!!

Hoe kan het ook anders. God die ons mensen maakte, met een zeker plezier ‘Laat ons mensen maken’, de vreugde in ons vond – die zal er toch alles aan gelegen zijn om die vreugde te vergróten. Door ons méér mens te maken. Niet minder. Méér. Door zijn Geest. Door de vrucht van de Geest die liefde is en als je die openvouwt bestaat uit vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Daar wordt het mooier van. Niet lelijker. En dat geeft vreugde. Want je kunt het merken: “Ja, zo is het goed.”

Dat is het opstaan van de nieuwe mens. De Bijbel heeft het erover. En de HC zegt:

dat opstaan bestaan uit, jawel, hartelijke vreugde en lust en liefde – dus gewoon heel erg veel zin in – om naar de wil van God in alle goede werken te leven te leven.

[17=zwart]

Ik weet niet of u iets van al deze dingen herkent. Ik hoop het.

In ons themaboekje staan wat dingen over plichtmatigheid die om de hoek kan komen kijken.

Wanneer gebeurt dat? Ja, als er geen vuur is. Geen vreugde. Want dan blijft er over: ja, God bestaat nu eenmaal, dus je kunt er niet onderuit. En ja, Hij roept ons op om dit of dat te doen. En dat en dat te laten. En ja, Hij kan je ook roepen tot ambtsdrager. En dan moet het maar.

 

Kijk, zo’n geloof – daar ontbreekt iets heel wezenlijks aan. Die diepe vreugde, waar we het nu steeds over hebben. Om het iets algemener te maken: daar ontbreekt de mystieke kant van het geloof. Dat fantastische besef dat midden in deze zo kapotte en geschonden wereld en ook mijn kapotte en geschonden bestaan God er gewoon ís. Mij wenkt, nodigt. Uitzicht geeft. Dat ik er voor Hem mag zijn, Hij me onvoorwaardelijk liefheeft en ik me daaraan zonder alles te begrijpen, te snappen en te kunnen plaatsen mag overgeven.

Ik noem dat mystiek omdat het voor ons verborgen is. Niet rationeel. Niet te begrijpen. Onuitsprekelijk – zei Petrus.

Het komt van de andere kant. Van God. En het gebeurt in de gelovige, trouwe, gehoorzame omgang met Hem [zoals Jezus ook zo vaak!]. Dan overkomt het je.

Dát is wat Jezus je wil geven. En dan kan het niet meer stuk. Zoals we het Stefan Paas hoorden zeggen: (geloofs)vreugde is een soort onverwoestbaarheid.

 

* * *

 

Ik richt me nu even tot jullie, net bevestigde ambtsdragers. Want jullie mogen helpers zijn om deze vreugde te verspreiden. Bertus, Jan, Bert (ouderlingen), Bernard, Sietse en Jan: jullie mogen vreugdeboden zijn. Jullie zijn niet zelf de bron van vreugde – jammer misschien, maar vooral bevrijdend zou ik zo denken – maar je mag telkens verwijzen naar de Bron. Naar Jezus. Naar het leven met God. Ik ontleen het woord vreugdebode aan de Bijbel. Jes. 52:7[18]

Hoe welkom is de vreugdebode die over de bergen komt aangesneld,

die vrede aankondigt en goed nieuws brengt,

die redding aankondigt en tegen Sion zegt: ‘Je God is koning!’

 

Kijk, daar heb je het weer. De vreugdebode wijst op de genadige, liefdevolle en helpende aanwezigheid van God: ‘Je God is koning!’.

Dat mag de Bron van je eigen vreugde zijn. Van die Bron mag je uitdelen. Als diaken kom je namens Christus uitdelen waar dat nodig is. Om zo een stukje herstel te brengen. Om iemand op weg te helpen om te kunnen leven zoals het door God bedoeld is. En belangrijk: anderen op te roepen, aan te sporen dat ook te doen.

En als ouderling net zo. Want je mag aan degenen bij wie je op bezoek gaat Góds weg voorhouden. De weg van de liefde. De weg waardoor je in zijn liefde blijft. Het kanaal waarlangs de vreugde binnenstroomt.

Wat een mooie taak! Vreugdebode!

[19=zwart]

Of drukt-ie nu al als last op je schouders? Ik hoop van niet.

Bedenk: ik ben een bode. Ik ben niet de vreugde zelf. Maar vreugdebode. God zelf is en geeft vreugde.

Zo zie ik ’t voor mezelf ook. Wel eens lastig … maar toch.

[tussen twee (): gemeente, zorg ervoor dat de vreugdeboden ook echt welkom zijn!]

Je geeft door wat je zelf gehoord hebt. Je vertelt het verder, je deelt ervan.

Ja, Hij heeft jullie uitgekozen als middel om zijn boodschap verder te brengen.

Maar het is zijn werk. Hij verleent er kracht aan. Hij geeft de vreugde. Jij hoeft anderen geen vreugde te geven – dat kun je ook niet.

En daarom is het belangrijkste advies vanmorgen aan jullie: blijf zelf in je eigen leven dicht bij Hem. Blijft aangesloten op de Bron want dan zal de vreugde bij je blijven binnenstromen. Jezus belooft het!

 

Dat zeg ik niet alleen tegen jullie, maar tegen ons allemaal: Blijft aangesloten op de Bron want dan zal de vreugde bij je blijven binnenstromen. Jezus belooft het! Een enorme kracht, namelijk: onuitsprekelijke, hemelse vreugde.