Preek over Filippenzen 2, 5

Waarover preken bij intrede? Zijn bepaalde Bijbelgedeeltes daarvoor misschien extra geschikt?
Ik ging nadenken en zoeken ­ maar kwam er niet uit.
Tot ik me bedacht: "ja, maar wacht nou eens even ­ wat voor feest vieren we eigenlijk?"
Wat is de reden dat we nu een feestelijke dienst hebben?
Dat is toch ten diepste dat God ons vandaag aan elkaar verbindt.
Daar hebben we vanmorgen samen ja op gezegd:
"Ja, wij geloven dat God ons vandaag aan elkaar verbindt." En als je nu vraagt: wat is dan dé verbindende schakel? Dan kun je misschien allerlei antwoorden geven.
Bijvoorbeeld: het geloof, de Bijbel, God. Allemaal goed.
De Bijbel leert ons zelf een prachtige samenvatting.
Je kunt met één woord zeggen waar het in de kerk om draait.
Of eigenlijk met één naam. En dat is de naam: Jezus Christus.
Eén van mijn eerste voorgangers, de apostel Paulus, die ook de brief aan de Fil. geschreven heeft, zegt ergens:
"Ik had besloten u geen andere kennis te brengen dan die over Jezus Christus ­ de gekruisigde".
Als je het heel kernachtig wilt samenvatten, dan zeg je dus: Christus.
Dan noem dus je de naam die boven elke andere naam uitstijgt: Christus Jezus.
In de kerk staat Christus centraal. En toen wist ik het: laat ik het maar gewoon over Hem hebben vanmiddag. Natuurlijk doen we dat vandaag in een
feestelijke setting. Want in de kerk mogen we best onze feestjes hebben. Maar Hij, Christus, moet dan vooral in de
spotlights staan! Dat is de kern van mijn taak als uw predikant: om Christus steeds weer voor het voetlicht te
brengen, in alle toonaarden, in al zijn facetten. Dat is mijn taak die hier vandaag officieel begint. Dus wat kan ik
beter doen dan daar een begin mee te maken? Vanmiddag maak ik dat begin samen met u door stil te staan bij Filippenzen 2. Zelf werd ik getroffen door de
oproep die er klinkt in vers 5: "laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had".
Wat mij vooral trof is dat ons leven met dat van Christus verbonden wordt op het niveau van een gezindheid
hebben
. Ik durf wel te zeggen: geloven bestaat eruit dat je een bepaalde gezindheid hebt. En is het dus niet `een
aantal dingen voor waar aannemen'. Misschien dat ook ­ hoort het erbij. Maar het is veel meer, veel dieper. Deze
tekst laat zien: het zit op het niveau van een gezindheid. In deze preek wil ik dat graag verder uitwerken.
[nu dia met thema. 1 voor 1 preekpunten erbij als ik ze noem]
Thema: vertoon de gezindheid van Christus in je leven!
-om goed te begrijpen waar het om gaat eerst:


1. Een gezindheid, wat is dat precies?
- inzoomen op de gezindheid van Christus:



2. Wat is de gezindheid van Christus?
- stilstaan bij de oproep om die gezindheid in ons leven te laten zien. 3. Hoe krijgen we de gezindheid v Chr.? 1. Een gezindheid: wat is dat eigenlijk?
Om dat een beetje duidelijk te krijgen, wil ik je vragen: neem eens een goede vriend of vriendin van je in
gedachten. En stel nou eens: die goede vriend(in)van je, belt je op en vraagt je dringend om hulp bij een ernstig
probleem.
Is het dan een vraag voor je of je dat wel wilt? Moet je er dan eerst over nadenken? In de trant van: "zal ik dat voor
`m doen of niet? Nou, laat ik het maar doen. Ik was hem toch goedgezind? Ja dat was ook zo." Dan zeg je toch
meteen: "tuurlijk, als jij in de problemen zit en er is iets waar ik je mee kan helpen, dan doe ik dat!" Je hoeft er juist
niet over na te denken, je weet meteen wat je moet zeggen en je antwoord komt automatisch. Het gaat vanzelf.

Nu komen we in de buurt van wat een gezindheid is. Eén kenmerk is dus: als je een bepaalde gezindheid hebt, dan
gaan sommige dingen vanzelf. Zonder na te denken weet je: dat of dat moet ik nu gaan doen. En het is geen vraag
of je het ook wilt. Hoe komt dat? Omdat dat gevoel of wat het ook precies is, binnen in je zit. Het is als het ware onderdeel van je
persoonlijkheid. Het zit in je verstand, in je gevoel, in je wil en in je hart. In heel je wezen. Het bepaalt als vanzelf je
denken, je doen en laten. Alles. Dat is wat je een gezindheid kunt noemen. Christen-zijn is net zo iets. Het zit in je. Het is onderdeel van je systeem. Je denkt, voelt en handelt automatisch van
daaruit. Christen-zijn is dus niet: een aantal dingen voor waar aannemen. Het is ook niet: een set regels zo goed
mogelijk opvolgen voor hoe je je dient te gedragen. Voel je aan dat dat een veel te beperkte voorstelling van zaken
is? Dat op deze manier er geen sprake is van een gezindheid? Dat het zo aan de buitenkant blijft? Maar dat is dus niet de bedoeling. Heel duidelijk niet, want Paulus roept ertoe op de gezindheid van Christus te
hebben. Niet om Hem te imiteren, niet om te doen wat Hij deed ­ omdat dat moet of zo - maar om te zijn zoals Hij
was. We weten nu iets beter denk ik wat gezindheid is. Nu wordt het tijd om ons af te vragen:
2. Was is de gezindheid van Christus?
Weet u wat ik zo mooi vind aan die oproep van Paulus om de gezindheid van Christus te hebben? Dat is dat hij het
niet laat bij een aantal woorden of termen die ons leven moeten karakteriseren. In vers 2 en 3 heeft hij er een
aantal van opgenoemd. Maar nog voordat we hebben kunnen vragen: "zeg Paulus, hoe bedoel je dat precies? Kun
je dat eens nader invullen?", komt hij dus in vs. 5 al met een nadere invulling. Een beetje vrij weergegeven zegt hij:
"als je een voorbeeld wilt van wat ik bedoel, dan moet je naar het leven van Christus kijken". Als levend voorbeeld,
als goddelijk voorbeeld. En daarmee tilt Paulus ons naar het niveau van hoe Christus was. Zoals we Hem hebben
kunnen zien toen Hij als mens op aarde was. Daar valt heel veel over te zeggen. Vier Bijbelboeken, de vier Evangeliën vertellen ons erover. Vanmiddag wil ik één
verhaal naar voren halen. Het is het verhaal van de voetwassing. Diverse uitleggers zien in vs. 7 (in dat lied dus) een
duidelijke verwijzing naar dit verhaal. Zou goed kunnen, maar hoe dat ook zij: dit verhaal illustreert prachtig waar
het om gaat bij de gezindheid van Christus.
Ik vertel het verhaal even kort:
-
Op een keer maaltijd (blijkt: laatste Avondmaal) en dan gebruikelijk: voeten wassen voor je aan tafel gaat.
-
Maar: dat hadden de leerlingen van Jezus niet gedaan. Was slavenwerkje. Het lijkt erop dat niemand dat
voor de ander wilde doen.
-
In ieder geval: Jezus, die het zeker niet hoeft te doen, die doet het. Ook Judas' voeten!
-
Ze zijn met stomheid geslagen.
-
Lezen: Johannes 13,12-17: [tekst nu beamen]
12 Toen hij hun voeten gewassen had, deed hij zijn bovenkleed aan en ging weer naar zijn plaats.
`Begrijpen jullie wat ik gedaan heb?' vroeg hij. 13 `Jullie zeggen altijd "meester" en "Heer" tegen mij, en
terecht, want dat ben ik ook. 14 Als ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ook
elkaars voeten wassen. 15 Ik heb een voorbeeld gegeven; wat ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook
doen. 16 Waarachtig, ik verzeker jullie: een slaaf is niet meer dan zijn meester, en een afgezant niet meer
dan wie hem zendt. 17 Je zult gelukkig zijn als je dit niet alleen begrijpt, maar er ook naar handelt.
Dit ook voor ons een goede les. Jezus ­ de naam boven alle andere namen ­ Hij wast de voeten van zijn leerlingen.
Hij de Meester. Hij vindt zichzelf daar niet te goed voor. Kijk, dat is nou de gezindheid van Christus Jezus.

Dit verhaal van de voetwassing is een enorme les voor ons. Zouden wij dan nog reden hebben om ons boven
anderen te verheffen? Om op onze strepen te gaan staan? Want moet je nou eens kijken ­ ik keer nu even terug
naar het lied dat Paulus aanhaalt, vers 6 en 7 ­ van welke positie Christus kwam en hoe diep dus dat dienen van
Christus gaat. Het lied zegt: Hij had de gestalte van God, maar hield die niet vast. Ander gezegd: Christus beriep zich
niet op z'n status. Hij zei niet: "maar dat ga ik niet doen. Ik ben God. Ik ga toch niet vrijwillig mens worden?"
Integendeel juist. Om ons te helpen, te dienen, werd Hij juist wél mens. En wat voor een mens werd Hij? Je zou denken: Hij was van goddelijke komaf, dus enige status of mens zou dan
wel passend zijn. Maar werd Hij een machtig man? Een koning op een troon? Een belangrijk zakenman? Een
belangrijk politicus ­ een burgemeester of president? Nee ­ niks van dat alles. Dat betekent niet dat Jezus vindt dat
er geen machtige mensen zouden mogen zijn, maar de boodschap is wel: wie je ook bent in dit leven, ook jij moet
door de knieën, afzien van je status en dan ander dienen, het belang van de ander zoeken.
Hij ging dieper dan diep door de knieën, tot in de dood aan het kruis toe. Ik kom daar straks nog op. Nu gaat het me
even om dat Hij werkelijk overal vanaf zag, terwijl Hij toch God was. En zo leren we: christen-zijn, zijn zoals Christus, betekent dat je deze gezindheid hebt:
- Willen dienen. Er voor de ander willen zijn. Afzien van jezelf.
- en ook: bewogen zijn met anderen. Noden zien en die willen lenigen ­ voor zover het in je vermogen ligt. Van
Jezus lezen we diverse keren dat hij, geconfronteerd met de nood van mensen, met ontferming bewogen was. En als ik me even een klein uitstapje richting de politiek mag veroorloven: wat zou het goed zijn voor ons land en
ook ons dorp als die gezindheid meer aangetroffen werd. En laten we onszelf de spiegel maar voorhouden: bij
onszelf aangetroffen werd. Wat ons dorp Dalfsen­ en nu kijk ik even naar de vertegenwoordiging van de burgerlijke
overheid ­van ons mag verwachten is dan ook: dat wij met vallen en opstaan de gezindheid van Christus vertonen.
En daar mag u ons op aanspreken! 3. Hoe krijgen we de gezindheid van Christus? [nu eerste dia van punt 3]
Dat is de hamvraag. We zijn het er denk ik gauw over eens dat die gezindheid van Christus is moois is.
Maar, zeg je nu misschien, is dat wel haalbaar voor mij als gewoon mens? Ligt de lat niet veel te hoog?
Ik wil wel, maar ... En dan nog iets: zoiets kan toch niet op bevel? Net zomin als je op bevel van iemand kunt houden. Dus hoe kom ik
aan die gezindheid? In de winkel kopen ­ gaat niet. Ik zou willen dat ik u een recept kon geven en precies kon zeggen: zus en zo doe je dat. Maar toch weet ik wel langs
welke weg die gezindheid kan ontstaan. Want dat vertelt de Bijbel wel precies. Misschien klinkt het wat mysterieus
als ik het zo zeg. En dat klopt ook, want de Bijbel vertelt ons op dit punt een geheim, dat wij wel te horen krijgen,
maar met ons verstand niet kunnen bevatten. Dat geheim wil ik u nu gaan vertellen. Ik zei net al: Christus ging dieper dan diep door de knieën, tot in de dood aan het kruis toe. Het is niet voor niets dat
het lied juist dat gegeven noemt (vs. 8). Want het is de kern van het Evangelie. Hoe gek het ook klinkt misschien:
Jezus' dood ­ dat is nou Evangelie=blijde boodschap. Want die dood maakt dat het weer helemaal goed is tussen
God en ons: omdat Jezus Christus stierf aan het kruis, zegt God: dat maakt dat ik alles wat jij verkeerd doet, hoe erg
het ook is, kan vergeven. Eén ding is er maar nodig: dat je dat gelooft. Dat je mijn genade met beide handen
aanpakt. Die genade is de basis. Dat is het geheim. Zo eenvoudig is het. En tegelijk zo moeilijk. Want wij mensen houden graag de schijn op. De Bijbel leert anders. Je
hoeft de schijn helemaal niet op te houden. Dat mag je tot het inzicht brengen: het zet ons mensen allemaal gelijk.
Niemand is minder, niemand is meer, want allemaal moeten wij van de genade leven. Een lied uit het liedboek
verwoordt het prachtig: "dit breekt mijn trots". Ja, het breekt je trots, maar tegelijk: wat is het bevrijdend. Want
God ziet me in genade aan. En het is nog mooier:de vernedering van Christus zal eens reden zijn voor mijn
verhoging. Voor eens en voor altijd mag ik dan naast de verhoogde Christus komen te staan en zonder tranen,
zonder wanklank samen met Hem voor altijd leven. Kijk en als je dat niet alleen begrijpt, maar ook voelt en ervaart, daardoor (aan)geraakt wordt, dan kan het niet
anders of er gebeurt wat met je. Want genade verandert mensen. En dan ontstaat er een gezindheid bij je. Vanuit
die gezindheid ga je dan ook handelen ­ als vanzelf. In de vakantie heb ik hier een prachtig boek van Tim Keller
gelezen: "Ruim baan voor gerechtigheid". Daarin laat hij zien dat Gods genade de basis is voor `sociale
gerechtigheid'. Nogmaals: hoe krijg je de gezindheid van Christus? Allereerst door bij de genade te beginnen. Genade als basis in je
leven. En dat brengt mij bij het geheim. Aan de genade zie je het al ­ het breek je trots, jij kunt er niets voor doen.
Maar het grote geheim van een christenleven is: niet jij doet het, maar God geeft het aan je. Dat geldt ook voor de
gezindheid van Christus. Een stukje verderop staat ­ vs. 13, niet gelezen - God bewerkt het willen en het werken in
je. Hier stuiten we op een geheim dat niet verder te ontrafelen is. Aan de ene kant: God geeft het je. Hij zelf is de
krachtbron, de elektriciteitscentrale die jou van de nodige krachtstroom voorziet. Daarvoor geeft Hij de Heilige
Geest. Verwacht daar maar veel van!
Aan de andere kant: nergens speelt de Bijbel dat uit tegen je eigen verantwoordelijkheid. Een paar voorbeelden:
- wordt vervuld van de Heilige Geest
- heb elkaar lief
- en hier dus: heb de gezindheid van Christus!
Laten wij dus als gemeente precies dat doen: bidden en werken. Samen streven naar die gezindheid van Christus. De lat ligt daarmee hoog. En dat moet ook ­ bij God past geen lagere lat.
Maar daardoor moeten we ons niet laten ontmoedigen, en zeggen: ik haal het niet. Er gaat nog zoveel mis.
Het valt mij op dat de Bijbel daar juist heel nuchter in is. God weet wel wat voor vlees Hij met ons in de kuip heeft.
De Bijbel heeft er oog voor dat het niet volmaakt is en gaat daar in zekere zin heel ontspannen mee om. Dat blijkt
ook uit deze brief. Geeft Paulus de mensen in Filippi er flink van langs? Nee. Paulus doet iets anders, hij wijst op wat er wél is. Aan het begin van zijn brief zegt hij: "God is een goed werk
bij jullie begonnen en dat zal Hij ook afmaken". Dat mogen wij ook zeggen: "God is een goed werk in Dalfsen
begonnen". Ik als relatieve nieuwkomer heb daar van alles al van gemerkt. Ook in die moeilijke periode is God niet
gestopt met het goede werk dat Hij hier begonnen is. Laten we dat met dankbaarheid constateren. En terwijl Hij doorgaat met werken, spoort Hij ons bij monde van Paulus aan om zelf ook door te gaan. Om meer
nog de gezindheid van Christus te hebben dan al het geval is. Laten we samen daarnaar verlangen dat we ­
aangeraakt door zijn liefde voor ons, de gezindheid van Christus mogen hebben en laten zien. Dat wij elkaar en
onze naasten van harte dienen. Amen.