Preek HC Zondag 9

Mijn vader kan alles. Echt waar. Mijn vader kan alles . Ik heb echt een geweldige vader. Hij is er altijd
als ik Hem nodig heb. En ook als ik Hem wel even kan missen, omdat ik iets doe waarvan ik wel weet:
`dat wil Hij niet', dan heeft-ie het in de gaten. En dat laat Hij me dan subtiel of minder subtiel weten.
Dat vind ik niet altijd leuk, maar achteraf zie ik het vaak wel in en dan denk ik: `het was maar goed
dat Hij toevallig net langs kwam en zag wat ik deed, want anders had het wel eens heel anders
kunnen aflopen.'
Soms doet Hij ook wel eens dingen die ik niet begrijp. En dan vraag ik me af waar dat goed voor is.
Dan denk ik: "moet dat nou zo? Kan dat echt niet anders?" Maar ook in zulke gevallen blijkt achteraf
soms dat Hij gelijk had en dat het toch ergens goed voor was. Maar soms dan begrijp ik het werkelijk
niet. Maar dat laat ik dan maar voor wat het is. Want ik heb echt een geweldige vader. Hij heeft alles
voor me over. Geen moeite is Hem te veel. En als Hij iets wil, dan kan Hij het ook en dan doet Hij het
ook. Nee, ondanks dat ik Hem wel eens niet snap, kan ik me geen betere vader bedenken. Ik zou
Hem voor geen goud willen missen. Ik denk dat niemand mij gelooft. Wiens Vader is er nou zo volmaakt? Zulke vaders bestaan toch niet?
Elke vader heeft toch zo z'n ernstige en minder ernstige tekortkomingen? Ja, helaas. Onze vaders
maken er soms een potje van en soms erger dan dat. Ik had het dan ook niet over mijn aardse vader,
maar over mijn hemelse Vader. Ja, want ik heb een Vader in de hemel. Dat lijkt zo gewoon. Dat we God Vader noemen. Maar dat is
om verschillende redenen niet gewoon. Dat is juist heel bijzonder. Daarom gaan we vandaag vanuit
HC 9 nadenken over Gods vaderschap: op welke manier is Hij onze Vader? Hoe `werkt' dat? Wat heb
je eraan dat je dat gelooft? Wat kan het voor je betekenen? God is je Vader [dia1]
1. In Christus is God je Vader
2. Als een Vader zorgt Hij voor je

1. In Christus is God je Vader [dia 2]
We letten eerst even goed op die eerste zin van antwoord 26. Een beetje een lange zin ­ het lijkt
Paulus wel. [dia 2.1] Maar de hoofdzin is heel kort: `de Vader van Jezus is vanwege Christus ook mijn
Vader.' Dat is dus hoofdgedachte hier: God is vanwege Christus mijn vader. De rest is een tussenzin.
Die is wel belangrijk. In die tussenzin staat namelijk iets over de schepping en de onderhouding. Dat
is de weerklank van de woorden `Schepper' en `Almachtige' uit die eerste zin van de Twaalf Artikelen:
`Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper van de hemel en de aarde'. Hier ­ in die
tussenzin - worden twee belangrijk eigenschappen genoemd van God genoemd: dat Hij almachtig is
en dat Hij alles heeft geschapen. Maar de hoofdgedachte is dus: God de Vader is niet alleen Vader van Jezus, maar ook van mij!
Die God, van wie verder nog zulke prachtige en machtige dingen worden gezegd ­ die God is mijn
Vader!
Precies hetzelfde gebeurt in Psalm 121 [dia 2.2] ­ gelezen. De dichter ziet God als Schepper van
hemel en aarde. Maar daar blijft het niet bij. Want zie je hoe persoonlijk het wordt?
-
Hij zal je voet niet laten wankelen.
-
Hij is je wachter, je schaduw aan je rechterhand
-
Enzovoort.

Dat is nou mijn Vader. Mijn vader kan alles. Echt waar. Hij is namelijk almachtig. Sterker nog ­ Hij
heeft alles gemaakt: de hemel en de aarde. En mij ook. Klein mensje in dat verschrikkelijk grote

heelal. Nee, van de bergen hoef ik geen hulp te verwachten. Maar van mijn Vader wel. Hij is er altijd.
Hij slaapt nooit.

[dia 3]Maar waarom zou die geweldige God eigenlijk mijn Vader zijn? Mijn Vader willen zijn?
Waarom zou Hij iets met mij te maken willen hebben en met ons mensen? We waren door Hem goed
geschapen, maar daarna in zonde gevallen. Waarom zou Hij de boel niet gewoon de boel laten?
"Zoek het maar uit mensen!" Ik kan geen ander antwoord op die vraag geven dan de HC doet. Hij is onze Vader door de Here Jezus.
[dia 3.1] Maar eigenlijk is dat geen antwoord. Geen antwoord in de logische zin van het woord. We
kunnen alleen maar constateren dat het zo is. De Bijbel zegt het. Maar daarachter zit: Gods liefde en zijn trouw. Trouw aan wat Hij geschapen heeft. Hij onderhoudt
het en vergeet niet dat Hij de mens een bijzondere plek heeft gegeven. En daarom wilde Hij zelf ­
helemaal uit vrije gunst, als pure genade en uit pure goedheid ­ onze Vader worden. Vader was Hij al,
namelijk van zijn Zoon, die we kennen als Jezus Christus. En Hij koos die Zoon uit als middel om ons
ook tot zijn kinderen te maken. Kinderen in het gezin van Vader. Jezus moest ervoor naar de aarde
komen. En zich diep vernederen ­ sterven moest Hij aan het kruis, de meest vernederende doodstraf
uit die tijd. En zo zitten we weer op de lijn van zondag 1, het startpunt van de HC: in leven en sterven zijn we
eigendom van Christus, want Hij heeft ons met zijn kostbaar bloed voor al mijn zonden volkomen
betaald. Dat is de rode draad van het geloof. Wat een enorme betrokkenheid van God bij ons mensen spreekt hier uit! Want er was vanuit onze
logica geen enkele reden te bedenken waarom Hij überhaupt naar ons om zou zien. Maar zoals we
een paar weken geleden hebben gezien: meteen na de zondeval is er al die kiembelofte: God zal er
uiteindelijk voor zorgen dat kwaad en de zonde voorgoed ophouden. Paulus legt Genesis 3 verder
uit: het is een bevallingsproces voor de hele schepping, maar het zal leiden tot de geboorte van een
nieuwe hemel en een nieuwe aarde. God laat dus niet varen wat zijn hand begon ­ integendeel. Hij
gaat door. Komt naar de mens toe. Naar ons, naar u jou en mij. En zegt: `ik wil je bij de hand nemen
op weg naar die nieuwe hemel en aarde. In Christus ben ik jouw Vader'. [evt. Advent eraan koppelen] Bij het volgende punt gaan we het nog hebben over vragen die het vaderschap van God kan
oproepen. Maar die wil ik niet op de voorgrond zetten. [dia 3.2]Dat zou jammer zijn. Eerst moeten
we goed zien hoe bijzonder het is dat God onze Vader is. [dia 3.3]Hij heeft ons niet nodig ­ en toch
wil Hij onze Vader zijn. Toch stuurt Hij zijn zoon. Toch krijgen we van Vader en Zoon de Geest die ons
wil bijstaan. Samen zijn ze de drie-eenheid [HC8] in een volmaakt harmonieuze band van liefde. En
die liefde wil Hij / willen Zij uitbreiden tot ons. Wat bijzonder! Hoe bijzonder het is dat God onze Vader is, kunnen we ook zien als we ons realiseren dat er maar
weinig godsdiensten zijn ­ of misschien wel geen ­ waarin God Vader is. Waarin Hij zo dichtbij komt.
Zo liefdevol en betrokken. In allerlei godsdiensten is de godheid juist onberekenbaar. Hij zou je goed
gezind kunnen zijn maar ook niet. De Islam, één van de grote wereldgodsdiensten, kent god/Allah
niet als Vader. En dat hij je bij de hand neemt naar het paradijs? Nee, dat ook niet. Je moet je best
doen en nog eens je best doen en dan maar afwachten. Kortom: God als onze Vader ­ dat is heel bijzonder.
Laat het aub even goed doordringen dat die God die zo groot en ontzagwekkend is, zich in Christus
voorover buigt, heel dichtbij komt en zegt: `hé jij, jij bent gekocht door Christus en daarom ben Ik je
Vader. Vertrouw je maar aan mijn zorg toe.' 2. Als een Vader zorgt Hij voor je [dia 4]
Nu komen we bij het tweede deel van antwoord 26. In het eerste deel werd genoemd dat God zijn
schepping in stand houdt en regeert. Daarbij vielen de woorden Gods eeuwige raad en
voorzienigheid. In HC 10 zal het volgende week nader gaan over Gods voorzienigheid. Die twee woorden, raad en voorzienigheid, worden in het eerste deel van antwoord 26 nog in het
algemeen gebruikt. Maar in het tweede deel van antwoord 26 blijkt: God regeert niet alleen maar in
het algemeen. Het is niet zo dat Hij, zeg maar, de aarde draaiende houdt en zorgt dat de zon en maan
en de planeten netjes in hun baan blijven ­ en dat is het dan. Nee, Hij zet zijn ontzagwekkende kracht
in voor ons! [dia 4.1] De HC volgt hier precies dezelfde gedachtengang als Psalm 121: juist omdat Hij
almachtig is, omdat Hij alles kan, zal Hij zijn macht en kracht ook voor ons inzetten. Want Hij is
immers onze Vader. En een goede Vader zorgt toch voor zijn kinderen? Hij wil ze toch geven wat ze
nodig hebben? Aardse vaders kunnen dat soms niet. Hun armen zijn te kort. [dia 4.2] Er is sprake van
onvermogen enzovoort. Maar bij God, onze hemelse Vader, is er geen sprake van onvermogen. Kijk
naar de schepping om je heen en realiseer je: God houdt die schepping op fantastische wijze aan de
gang. Dan weet je het: God, Hij kan echt in alle opzichten voor me zorgen. En dat doet Hij dus ook!
Hij kan het niet alleen, zegt de HC, maar Hij wil en doet Hij het ook. Hij is mijn Vader. En daarom valt hier in HC het woord vertrouwen. [dia 4.3] Er staat niet: `daarom is het logisch dat Hij
...', maar: `daarom vertrouw ik zo op Hem'. Zonder twijfel doe ik dat: vertrouwen op Hem. Daarom
beginnen we elke dienst met die woorden uit Psalm 121: `Onze hulp is in de naam van de Heer, die
de hemel en de aarde gemaakt heeft." Hier zit voor ons, denk ik een moeilijk punt. Want wij hebben hier vaak vragen bij. Dat God alles heeft
geschapen, geloven we. Dat Hij de hele kosmos in stand houdt, ook. Dat Jezus Christus is gekomen en
voor ons heeft geleden, is gestorven en is opgestaan: dat geloven we. Wat we soms of vaak moeilijk
vinden is wat de HC hier ronduit zegt: dat er zoveel ellende en kwaad in ons leven kan zijn. We
begrijpen niet waar het goed voor is en waarom het ons treft. Hier zijn geen eenvoudige antwoorden te geven. Ik denk ook dat we voorzichtig moeten zijn en niet
gauw tegen elkaar moeten zeggen: `God heeft er wel een bedoeling mee. Vroeg of laat zal het je wel
duidelijk worden.' Zeker dat laatste kan wel. Heel goed zelfs. Er zijn genoeg mensen die dat kunnen zeggen uit eigen
ervaring. [dia 5] Ook in onze gemeente. Mensen die zeggen: `het was een moeilijke periode in mijn
leven, maar als God me toen niet in de kraag had gegrepen dan ...'. Ik denk dat het belangrijk is dat
we elkaar zulke geloofsgetuigenissen niet onthouden. [dia 5.1] Dat zijn we niet zo gewend in onze
kringen. Maar dat is wel ten onrechte. Kijk maar eens wat er in Psalm 66 staat: `kom, want ik wil je
vertellen wat de Here aan/voor mij heeft gedaan'. Door elkaar bemoedigd mogen we des te vaster geloven dat God een God is die levens leidt. Die
actief op ons leven betrokken is en ons daarin ook geeft wat we nodig hebben. Of, iets anders
geformuleerd, wat Hij vindt dat we nodig hebben. Vertel het maar aan elkaar, op koffievisite, tijdens
de Bijbelstudie of waar dan ook. Vertel maar dat niet uit te leggen is, maar dat je merkte in je
ernstige ziekte, dat je toen je samen gebeden had, rust vond. Het is maar een voorbeeld ­ maar wel
uit het leven gegrepen. Ik kom het tegen in de gemeente en dat is prachtig om te merken.
[dia 6]
Als we daar beginnen: met niet alleen met ons verstand te erkennen, maar ook in de praktijk op te
merken dat de Here dingen doet, dan blijven er nog best moeilijke vragen over. Dan kun je het
moeilijk hebben als God er niet lijkt te zijn, terwijl je Hem nodig hebt. Van de psalmen mag je leren:
[dia 6.1] die nood mag je best uitschreeuwen naar God. Het hangt er maar vanaf hoe je dat doet. Doe
je dat met de zekerheid, het vaste vertrouwen dat God je Vader is en dat Hij zich actief met je leven
bemoeit, dan mag je leren van de psalmen dat je heel ver mag gaan in dat uitschreeuwen naar God.
Dan mag je vurig bidden ­ schreeuwen: `Heer, u bent toch mijn Vader? Grijp dan in. Doe een wonder
mij ten goede. Help mij'. Doe dat in het vertrouwen dat Hij luistert. Dat wil niet zeggen dat Hij alle moeite enzovoort wegneemt. We leven in een gebroken wereld. Twee
weken geleden hadden we het vanuit Romeinen 8 over de doem die er over dit bestaan ligt sinds de
zondeval. Die doem heft God pas op als Jezus terug komt. Daarom staat er in de HC ook dat dit leven
moeitevol is. [dia 6.2] In de oude vertaling van de HC staat zelfs dat dit leven een jammerdal is. En toch is het mogelijk om in dit jammerdal te vertrouwen. Er zijn mensen die in Auschwitz hun
geloof verloren hebben. Ik zal het niet ontkennen. Maar er zijn er ook heel wat die hun geloof juist in
dat vreselijke jammerdal van Auschwitz behouden hebben of er zelfs het geloof gevonden hebben.
Vanuit de concentratiekampen klonken psalmen. Hoe kan het? Misschien klinkt het afgezaagd, maar
het is echt waar: God geeft kracht naar kruis. Ik moet hierbij denken aan de discipelen van Jezus. Op
een gegeven moment zitten ze samen in de boot en er steekt een stevige storm op. Ze zijn bang,
zeker als ze Jezus over het water zien aankomen en denken dat het een spook is. En wat zijn dan de
eerste woorden van Jezus? `Wees niet bang'. Hij stilt dus niet eerst de storm, maar terwijl de storm
voortraast, zegt Hij: `Wees niet bang'. [dia 6.3] Ruwe stormen mogen woeden, maar in de storm wil
de Heer bij je zijn. Nogmaals ­ dat begrijpen we vaak niet. Of we zouden graag willen dat het anders was. En dat mag.
Je mag God erom vragen. Zoals ook Paulus deed. Hij had een doorn in het vlees, zegt hij ergens. Niet
helemaal duidelijk is waar het precies om ging. Hij had tot drie keer toe de Here erom gebeden of die
doorn weg mocht. Maar de Here zei tegen hem: Paulus, mijn genade moet genoeg zijn voor je. En
was dat ook zo? Ja, Paulus heeft kracht gekregen om met die doorn in het vlees door God geleid zijn
weg te gaan. Vol moed. Vol vertrouwen. Lang niet altijd makkelijk, soms loodzwaar. Maar niettemin:
vol vertrouwen. Vertrouwen ­ dat is ook het kernwoord hier in de HC. Soms krijg je inzicht in wat en waarom de Here
iets in je leven doet. Soms niet. Dat laatste kan dus moeilijk zijn ­ en dat wil ik niet wegpoetsen. Maar
zouden we nu we God in Christus hebben leren kennen als onze Vader, die zijn kracht en macht voor
ons inzet, Hem dat vertrouwen niet geven? Zou wat we wél van Hem zien en weten, niet alle reden
zijn om, al zuchtend en steunend misschien, naar Hem toe te gaan en te zeggen: `Heer, u bent mijn
Vader. Neemt u het in uw hand en leid mij'. Zo kom ik bij het gebed: een leven in vertrouwen is een biddend leven. Niet voor niets luiden de
eerste woorden van het gebed dat Jezus ons heeft geleerd: `onze Vader'. Je mag Hem zo aanspreken,
omdat Hij je Vader is. Het in Christus helemaal wil zijn. Zeg dus elke dag `Vader' tegen Hem. Abba. En vraag Hem om je leven te leiden, om je te geven wat je
nodig hebt. En vooral ook: vraag Hem om vrede in je hart, zodat je ondanks alles kunt zeggen [dia
6.4]: `De Heer is mijn herder, mij ontbreek niets.' Amen