Preek n.a.v. de Lofzang van Maria (Luc. 1:46b-55)

We hebben net de lofzang van Maria gelezen.
Het is een lofzang die ze zingt direct nadat ze de bevestiging heeft gekregen: `ik ben zwanger!'
Immers, Elisabeth, die helemaal niet kon weten van die engel die bij Maria geweest is, profeteert
door de Heilige Geest: "gezegend zij de vrucht van je schoot".
En nu weet Maria dus: wat die engel gezegd heeft, dat is inmiddels gebeurd: `ik ben zwanger'.
En zodra Elisabeth is uitgesproken, barst Maria uit in een loflied. Is u ook iets opgevallen aan dat loflied ... ?
Weet u wat ik bijvoorbeeld zo opvallend vind? Dat het kind helemaal niet ter sprake komt!
In de zin van: ik ben zo nieuwsgierig naar je? Ik ben zo benieuwd hoe je er uitziet ...
Of je misschien een beetje op me lijkt. Of juist niet. Wat voor kleur haar zul je hebben? Wat voor
kleur ogen? En ik heb er zo ontzettend veel zin om je op m'n arm te hebben. Om je de borst te geven.
Om je te strelen. Om je te zien opgroeien. Om met je te voetballen. [doopouders] Zeg nou zelf: zoiets zou je toch verwachten. Van iemand die net te horen krijgt: je bent zwanger.
Met daarbij misschien iets van verwondering: hoe mooi en bijzonder het is, zo'n kleintje.
Hoe onnavolgbaar het eigenlijk is: een zwangerschap en geboorte. Na 9 maanden is er dan opeens ­
als alles goed gaat - zo'n klein hummeltje met alles erop en eraan. Wat een wonder van God zeggen
we dan. Juist rond zwangerschap en geboorte zeggen we dat tegen elkaar. Gaat het door je heen als
je eraan denkt. En erover nadenkt. [zullen jullie, doopouders, ook gedacht hebben] Iets was alleen
God kan doen. Maar: niks van dat alles dus. Geen lied van verwondering over hoe bijzonder nieuw leven is. Geen
lied dat uitdrukking geeft aan een gezonde nieuwsgierigheid: hoe zal mijn kindje eruit zien. Etc.
Zou ze dan niet nieuwsgierig zijn naar haar kindje? Vast wel. Maar hier is sprake van een heel
bijzondere zwangerschap. 1. Maria begrijpt: dit overstijgt mij
Dat is eigenlijk in kort wat zo opvallend is aan dit lied: Maria begrijpt: `dit overstijgt mij: het kindje dat
ik mag dragen heeft alles te maken met ... ja, met Abraham. Met hoe God doet wat Hij aan Abraham
al beloofd had.'
Een kleine 2000 jaar voor Maria leefde Abraham. We hebben het de laatste tijd vaker over hem
gehad. En nu noemt Maria hem dus. God was naar Abraham toegekomen, had hem gezegend en had
gezegd: `Ik zal jou tot een groot volk maken' en ­ voor nu het belangrijkste: `door/via jou zullen alle
volken op aarde gezegend worden'.
En Maria begrijpt: die zegen voor alle volken, die gaat er komen via het kindje dat zij zal krijgen.
Maria wordt gezegend op een zelfde manier als Abraham. Ze wordt een paar keer de meest
gezegende onder de vrouwen genoemd. Waarom? Nou, net als bij Abraham: `door jou, via jou,
Maria, zullen alle volken gezegend worden.'
Dat is wat Maria begrijpt. Zij wordt gezegend om anderen tot zegen te zijn. Zij mag de draagmoeder
zijn van Gods eigen Zoon. Van de Messias, die komt voor alle mensen. Om hun schuld, hun ziekte,
hun pijn op zich te nemen. Die aan het kruis te laten spijkeren. Zodat voor ieder die gelooft er
rechtstreekse toegang tot God zou zijn. Zoals de zoon van Maria later zal zeggen: `Ik ben de
opstanding en het leven, wie in Mij gelooft zal leven, ook wanneer hij sterft.' Kijk ­ dat begrijpt Maria. Misschien nog niet op de manier zoals ik het net verwoordde. Maar ze ziet
in ieder geval het grotere geheel. Ze ziet dat het haar overstijgt. Dat het hier gaat om Gods
wereldomvattende reddingsplan.
Nou ­ dan kun je je voorstellen: hier wordt ze ontzettend blij van. En als ze dan in een loflied uitbarst,
ja dan moet het over het werk van God gaan. Jazeker, in en aan haar. Dat is het eerste deel van het
lied. Maar, zeker als je let op de tweede helft: over het werk van God voor zijn volk Israël en daarin
dus voor alle volken. Ook ons.

Dus nu begrijpen we het. Geen wonder dat ze zo'n prachtig lied zong ...
Alleen - nu moet je niet denken dat het alleen maar makkelijk is voor Maria.
Ga maar na. Hoe zouden de mensen in Nazareth reageren als ze Maria's dikke buik zien? In een dorp
als Nazareth is een gerucht gauw de wereld in geholpen. Zouden de mensen haar geloven als ze zij:
`nee, we zijn echt niet voor het huwelijk met elkaar naar bed geweest. En nee, ik heb ook geen
omgang met iemand anders gehad. Nee, ook niet die paar maanden dat ik bij mijn familie in de buurt
van Jeruzalem was. Nee, mensen, het zit heel anders: de Heilige Geest heeft op onnavolgbare wijze
deze zwangerschap tot stand gebracht.'
Maar wie zal dat geloven? Je hebt er maar een paar nodig die het kletskoek vinden en dan is in een
dorp als Nazareth een gerucht gauw de wereld in geholpen.
En hoe zou Jozef, haar verloofde reageren? Zou het huwelijk nu nog wel doorgaan?
Nee, Maria had best wel wat om tegenop te zien, denk ik. Ze gaat het vast nog moeilijk krijgen. Maria
zal zich dit ook wel gerealiseerd hebben. Als ze in haar lofzang zingt: voortaan zullen alle geslachten
mij zalig prijzen ­ dan is dat een flink voorschot op de toekomst. Want in de nabije toekomst ligt
eerder spot en afkeuring. Maar daar denkt Maria nu dus niet aan. Of in ieder geval laat ze het niet de boventoon voeren.
Want ze begrijpt: dit overstijgt mij. Dit heeft te maken met Gods ontferming over mijn volk en alle
andere volken. Over zijn ontferming ook over ons! Haar lied maakt één ding heel duidelijk: ik neem de taak die mij is toebedeeld dankbaar aan. Ze is
ontzettend blij dat ze mag doen wat God zelf op haar weg heeft gebracht. Haar leven gaat op de kop.
Maar dat geeft niet. Haar leven zal vanaf nu niet opeens op rolletjes gaan lopen. Op zijn minst heel
anders dan zich tot voor kort had voorgesteld.
Maria bevestigt hier dus wat ze tegen de engel Gabriël al had gezegd: `De Heer wil ik dienen: laat er
met mij gebeuren wat u hebt gezegd'.
Je kunt zeggen: ze doet dat gehoorzaam. Maar wat er hier uitspringt: ze doet het vol vreugde!
En dat terwijl het haar een "zekere" toekomst kost. Daar zit een les in voor ons. We worden door Maria aangemoedigd om blij te zijn als we door God in
dienst genomen worden. Om zijn doel te dienen. Zijn doel dat niet zozeer op jouw individuele geluk
gericht is ­ niet dat God daartegen is! ­ maar op het welzijn van alle mensen. Maar dienen, dat is in
de Bijbel heel duidelijk ook: afzien van jezelf. Dienen is niet: het is allemaal alleen maar leuk. Dienen
kan pijn doen. Aan je lijf, in je portemonnee. De bereidheid om te dienen, kan zelfs je leven op z'n
kop zetten. Maria's lofzang spoort je aan om te denken: er zijn dingen in het leven die mij overstijgen. Die een
hoger doel, namelijk Gods doel dienen. En haar lofzang spoort je aan om er blij mee te zijn als je
daaraan mag bijdragen ­ door wat dan ook, misschien wel door iets dat net als bij Maria zomaar
totaal onverwacht op je pad komt.
Deze lofzang moedigt je aan: kijk niet zozeer naar wat het je allemaal kost. Kijk naar waar het voor
dient. En wees blij als je een plekje hebt in Gods alles overstijgende werk in deze wereld. 2. Maria gelooft: daarom is zij gelukkig te prijzen.
We begrijpen nu een beetje waarom Maria's loflied geen "gewoon" lied van verwondering is over
een kindje dat in haar mag groeien. Dat is dus omdat ze heel goed in de gaten heeft: dit is een heel
bijzonder kind. De wereld zal erdoor veranderen. Maar dat verklaart nog niet hoe het kan dat zo'n jong meisje zo'n diepzinnig lied zingt. Want als je 's
even goed kijkt, dan ontdek je: vrijwel elke regel is wel een citaat van een psalm [o.a. 103, 75] of een
ander Bijbelgedeelte of zinspeelt daarop. Het is allemaal Bijbelse taal. In dit geval dus: woorden uit
het Oude Testament. Wat een Bijbelkennis moet Maria dus wel niet gehad hebben! Zou u/jij in staat zijn spontaan uit te
barsten in zo'n lied als er iets heel bijzonders gebeurt in je leven?
Of misschien niet helemaal ter plekke, omdat Maria er een tijdje over na heeft kunnen denken,
bijvoorbeeld toen ze onderweg was vanuit Nazareth naar Judea. Maar toch: ze zingt dan toch maar
even een lied dat druipt van de Bijbelse taal! Die woorden uit de Bijbel kende Maria dus. En goed
ook! En ze kende die woorden niet alleen als losse woorden, nee ze kende ook de samenhang. Ze
kent Gods beloften aan Abraham. Ze gelooft dat Hij die zal vervullen en gelooft dat de beloofde
Redder er nu aan komt ­ dat het het kind is dat zij bij zich draagt. Nou, dat mag je toch wel verbazingwekkend noemen voor een meisje van misschien maar 16 jaar. Je
kunt zeggen: Maria zal net als Elisabeth gegrepen zijn door de Geest. De Geest geeft je woorden.
Maar die woorden komen meestal niet helemaal uit de lucht vallen. Ik bedoel: natuurlijk, God kan je
door zijn Geest woorden en gedachten ingeven die je nog nooit zo gehoord hebt, die totaal nieuw
voor je zijn. Dat kan. Want God is immers almachtig en zijn Geest waait waarheen Hij wil. Maar toch:
God en zijn Geest, ze sluiten i.h.a. aan bij wat er al aanwezig is. En bij Maria was dus heel wat aanwezig. Maria is dus iemand die altijd goed opgelet heeft tijdens de
kerkdiensten of in de Bijbelcrêche, op catechisatie en op school. En zo kan het dat alles wat ze
geleerd heeft op zijn plek valt. De Heilige Geest kan het zogezegd aanspreken. En zo kan Maria
bekende Bijbelwoorden op haar nieuwe situatie toepassen. Ja, want wat voor woorden had ze er anders voor moeten hebben? Hier waren toch ook geen
andere woorden voor? Zelf kon ze hier moeilijk woorden voor hebben.
Dus: wat is dit lied eigenlijk een mooi voorbeeld van omgang met de Schrift! Laat het een
aanmoediging zijn om de woorden van de Bijbel te kennen. Natuurlijk, het is voor ons niet mogelijk
om de hele Bijbel uit ons hoofd te kennen. Maar zou het niet goed zijn als wij minstens een flink
aantal belangrijke teksten kenden? Weten wat ze betekenen? Geen losse teksten, maar dat we ook
de samenhang ertussen kennen? Want voor sommige dingen zijn geen woorden, geen
mensenwoorden. Staan we misschien met een mond vol tanden. Wat is het dan fijn als je de
woorden van de Schrift tot je beschikking hebt! Die woorden schakelt de Geest dan in. Ik merk het in mijn eigen praktijk: de Geest opent soms
precies het goede vakje. Bepaalt je zomaar ineens bij een Bijbelwoord dat je al wel kende, maar op
dat moment heel erg van toepassing is. Daarom staat er [ik kijk even naar de ouderlingen] in het
bevestigingsformulier ook dat de ouderlingen ijverig de Bijbel zullen onderzoeken. Maar laat ik het in
het algemeen, tegen iedereen, zeggen: de Heilige Geest werkt en kan jouw Schriftkennis gebruiken in
gesprekken, contacten enzovoort die je hebt [wijkwerk]. Doe dus mee op catechisatie of op
Bijbelstudie. Tijdens de kerkdiensten. Zorg net als Maria dat er een behoorlijk aantal Bijbelteksten in
je geestelijke rugzakje zitten. Dan heb je ze altijd bij je. Het is niet alleen voor je zelf tot zegen, maar
wie weet voor wie nog meer. Zoals gezegd: Maria kent haar Bijbel. Maar niet alleen dat: ze gelooft ook wat er in de Bijbel staat. Ze
wordt er warm van ­ vanwege de betekenis van de woorden die ze kent. En die ze van harte
aanvaardt. En dat is de diepste reden om haar zalig te prijzen.
Het gaat niet om dat zij de moeder van Heer was. Maar hoe zij dat geweest is.
Hoe zij dat geweest is, dat moet onze Maria-verering bepalen. Dat moet bepalen hoe we invulling
geven aan die woorden die Maria zingt: `alle volken zullen mij voortaan gelukkig prijzen'. Verderop in Lucas horen we iemand dat doen ­ Maria zalig prijzen. Een vrouw in de menigte die
luistert naar een preek van Jezus roept op een gegeven moment: `Gelukkig de schoot die u gedragen
heeft en de borsten waaraan u gedronken hebt!'
Jezus reageert, niet eens zozeer afwijzend, maar hij buigt de woorden van die vrouw een beetje om.
Hij zegt: jazeker, maar nog gelukkiger ben je als je mijn woorden hoort en die bewaart. De woorden van Jezus horen en bewaren. Dat brengt ons terug bij Maria. We lezen tot twee keer toe
bij Lucas dat Maria wat er gebeurt en gezegd wordt in haar hart bewaart. In haar hart resoneren de
woorden van God ­ dat zie je al meteen aan die lofzang. Maar dat typeert haar dus. En Jezus zegt dus
tegen ons allemaal: laat het je ook typeren, dat je Jezus' woorden in je hart bewaart. Daarin is Maria dus een voorbeeld: gelovig en blij dat ze het mocht doen, vervulde ze die unieke taak
die ze van God op haar weg kreeg in zijn wereldomvattende plan. Gelukkig ben je als je zo je plek
inneemt: gelovig en met vreugde doen wat je van God op je weg krijgt. En als je er even bij nadenkt: wat krijg je eigenlijk niet veel op je weg?! Neem alleen al de gewone
alledaagse dingen. Je huwelijk, je man of vrouw: maak er wat van, volgens Gods goede bedoeling
met het huwelijk. Pak die taak op. Als je dat doet, ben je echt wel met meer bezig dan je eigen geluk.
Het samen goed hebben. Wie weet hoe dat ­ alleen al doordat het te zien is, nog zonder dat je wat
doet ­ anderen tot zegen kan zijn. Hetzelfde geldt voor je omgang met je collega's. En nog
algemener: je respect voor andere mensen. Hoe je over anderen spreekt. Bekenden en onbekenden.
Binnenlanders en buitenlanders.
Dat waren een paar "gewone dingen". Vul ze zelf maar aan. En wat dacht je van mensen en zaken die
totaal onverwacht op je weg komen? Zoals het bij Maria ook totaal onverwacht was. Zou dat buiten
Gods werk in deze wereld om gaan? Die asielzoeker die bij je in de straat is komen wonen en met wie
contact ontstaat? De man of vrouw die je steeds alleen voorbij ziet komen, schuifelend achter een
rollator, als het tenminste niet te koud en te glad is en die je aanspreekt? Die je 's een keer opzoekt
en zo een stukje verlichting geeft in zijn of haar eenzaamheid? En ook hier: vul zelf maar aan. Houd je
ogen open en je ontdekt van alles dat op je pad komt.
En pak dan je taak op, net zo gelovig en vol vreugde als Maria. Tenslotte:
3. Zing met Maria mee!
Ja, want dat zal toch wel de bedoeling ervan zijn dat haar lofzang in de Bijbel staat! Zing mee met
dezelfde vreugde en blijdschap. Overzie net als Maria het grotere geheel. Het grotere geheel van wat
God aan het doen is. En wees daar blij om! Maak de Heer groot, prijs zijn naam! Dat grotere geheel, dat bezingt Maria dus. Ze bezingt het in de verleden tijd. Tot 7x toe staat er: Hij
[God] heeft ... Hij heeft machtigen van de troon gestoten. Hij heeft hongerigen gevoed.
Nou, dat klopt. Maria die goed thuis is in de Bijbel zou het zo kunnen aanwijzen.
Alleen, dat is niet het punt hier.
Dat God al die dingen heeft gedaan, geeft haar vertrouwen: Hij gaat het weer doen. Er komt nog
meer. Om precies te zijn: haar zoon, Jezus, de Messias: Hij gaat het doen.
Wat ze hier zingt, gaat niet zozeer over het verleden, als wel over de toekomst.
Het Grieks kent een werkwoordsvorm die je een profetische verleden tijd zou kunnen noemen.
Je zegt het alsof het al gebeurd is, zo zeker is het dat het zal gebeuren. Dat is hier aan de orde. Je ziet een begin in de Evangeliën. Jezus begint te doen waar Maria het al over had. Hij geneest. Hij
zoekt vernederden op en verhoogt ze. Hij geeft mensen te eten.
Hij laat er al een stukje van zien: er komt nog meer. En Hij moedigt je aan: volg Mij na in hoe Ik doe.
Hoe ik ben. Wij, zijn navolgers, zijn Zijn handen in deze wereld.
Om vandaag, hier, op de plek waar we wonen, gestalte te geven aan hoe Gods koninkrijk. Maria heeft er alle vertrouwen in dat dat koninkrijk eens helemaal werkelijkheid zal worden.
Dat wat er in haar groeit, wereldomvattende gevolgen zal hebben.
Gevolgen die zich uitstrekken ook ver boven ons vandaag uit.
Uitstrekken tot in de eeuwigheid. Maria verwachtte heel wat. U/jij ook?