Jezus verbreekt het werk van de Satan
n.a.v. Lucas 13:10-17 over de bevrijding/genezing van de kromgegroeide vrouw
preek (incl. liturgie) van ds. Maarten van Loon, gehouden op 20 januari 2013 te Dalfsen en
Apeldoorn-C Liturgie
Votum en zegengroet Zingen: Psalm 43: 3, 4, 5 Gebed [doopsbediening] Schriftlezing: Lucas 13: 10-21
Zingen: Psalm 103: 1 Preek over Lucas 13: 10-17
Zingen: GKB gezang 34 Voorlezing van de Tien Geboden [in dit geval op deze plek vanwege doopsbediening]
[middagdienst: Apostolische geloofsbelijdenis]
Zingen: Psalm 27: 3, 7 Gebed Collecte
Zingen: Psalm 145: 4, 5 Zegen

Tekst van de preek
[meteen dia 1]
Soms zou ik willen dat Jezus hier nu was. Heeft u dat gevoel ook wel eens? Dat je zou willen dat Hij,
zoals toen daar - op die sabbat in die synagoge, hier nu in de kerk was. En hier op de preekstoel staat.
Bezig met zijn preek. Maar dan, midden onder de preek, dan ziet hij jou, jou en jou: jij, die net als die
vrouw daar en toen helemaal krom gebogen zit. Misschien letterlijk of misschien figuurlijk:
kromgetrokken als je bent door het leven. Want dat is de realiteit: mensen raken in dit leven op allerlei manier gebutst, gewond, gekweld, ziek.
En Jezus ziet dat. Herhaaldelijk lezen we dat Hij dat ziet en het zich aantrekt. Zoals toen daar op die
sabbat, in de synagoge. En als Hij hier zou zijn, dan had Hij waarschijnlijk reden te over om zijn preek
te onderbreken. Ja, als ik nog even verder denk: als Hij hier een poosje geleden een preekbeurt had
gehad ... dan zou [die-en-die] vast door Hem zijn opgericht. Jezus zou in één keer gezien hebben wat
hem kwelde. Op hem afgestapt zijn en hem net als bij die vrouw de handen opgelegd hebben. Wat
met hulp van dokters niet lukte, dat doet Jezus zomaar, alsof het niks is. Maar het is absoluut niet niks! Dat begrijpen ook wij wel. Dokters kunnen veel tegenwoordig ­ meer
dan toen, in de tijd van Jezus, maar ze kunnen veel ook niet. Ook vandaag zijn veel ziektes en
aandoeningen niet echt goed behandelbaar. En uiteindelijk legt een mens het altijd af. En daar zit een diepere werkelijkheid onder, waar ik vanmorgen/middag uw aandacht voor wil
vragen. Want wat lezen we namelijk: Jezus zegt over deze vrouw dat ze geboeid was door de satan.
Nou, dat betekent dus dat Jezus hier het werk van de satan verbreekt. [2]Jezus verbreekt het werk van de satan
wat er aan de hand is:
door satan geboeid
wat Jezus er aan doet:
door Jezus bevrijd
wanneer Jezus dat doet:
op sabbat

1. Door satan geboeid[3]
Misschien is dit nog wel het verrassende voor ons: de diagnose van wat er met die vrouw aan de
hand is. Even in één woord: satanswerk.[3.1]
Ik denk niet dat een dokter vandaag dat tegen je zal zeggen als je bij hem komt: satanswerk. Ik denk
eerlijk gezegd dat als een dokter dat van mijn zere rug zou zeggen, ik gauw op zoek ging naar een
andere dokter. Eentje die me `gewoon' medicijnen of fysiotherapie of zo zou voorschrijven. Hoe zit dat? We zijn gauw geneigd om te zeggen: in die tijd hadden de mensen een ander
wereldbeeld. Lucas, de schrijver van dit Evangelie, was zelf arts. En anders dan artsen vandaag had hij
er geen moeite mee om ziektes en aandoeningen enzovoort aan de duivel toe te schrijven. Zo zou je
vers 11 kunnen lezen, als een manier van zeggen uit die tijd. Lucas heeft het daar namelijk over een
geest die haar ziekt maakte. Nou, kun je dan denken, zo zag hij dat kennelijk. En ­ even verder
denkend ­ dat maakt verder ook niet uit: wij zijn de oorzaak van ziektes anders, maar die ziektes zijn
er niet minder ernstig om. En waar het om gaat: Jezus geneest! Nou ­ dat laatste is waar: Jezus geneest. Maar laten we de diagnose `door satan geboeid' niet te
gauw aan de kant schuiven. Want let 's even op wie hier de diagnose stelt: niet Lucas maar Jezus.
[3.2]Hij is het die zegt: deze vrouw was geboeid door de satan.
Dat zijn intrigerende woorden. Woorden waar we niet omheen moeten willen.
Want weet u wat dit laat zien? Dit. Dat achter ziekte ­ en laat ik het gelijk breder trekken: alle
vormen van gebrokenheid ­ een diepere werkelijkheid schuil gaat. [3.3] Ik durf op grond van de Bijbel niet te zeggen: elke ziekte, elke kwaal is het rechtstreekse werk van de
duivel. Maar wat ik wel durf te zeggen is dat hij ziektes etc. als middelen gebruikt en kan inzetten. Ik
denk bijvoorbeeld even aan Job.[3.4] In het verhaal van Job krijgen we een inkijkje in hoe het gaan
kan. En zien we dat de duivel Job mag treffen, met van alles en nog wat. Hij maakt hem ziek, zijn hele
lijf komt onder de kwaadaardige zweren te zitten. En dat alles met de bedoeling om Job zover te
krijgen dat hij zegt: God, ik hoef u niet meer. Dat hij zijn geloof in God zou opzeggen. Dus zo kan het gaan. Zoals bij Job. Van dat Bijbelboek en van wat we hier lezen ­ en trouwens ook in
andere genezingsverhalen kom je dit tegen ­ leren we: achter ziekten kunnen onvoorstelbare
krachten zitten. Satan gaat rond als een briesende leeuw[3.5], zegt de Bijbel, en zoekt wie hij kan
verslinden. Ik denk wel eens: zou dat niet een oorzaak kunnen zijn van zoveel ellende ­ ziekte en
andere dingen? Zodat de mensen God niet meer zouden zien? Zodat wij ­ u en ik ­ zouden zeggen:
nou, als dit allemaal gebeurt, dan kan het toch niet dat God bestaat en almachtig is? Bij Job zien we dus al dat satan lichamelijke ziektes kan geven. Dat middel heeft Hij tot zijn
beschikking. Dus niet alleen geestesziekten. [3.6] Alsof satan alleen maar in staat is om in je verstand
te werken en jou dingen te laten denken enzovoort. Op de een of andere manier kunnen we ons daar
meer bij voorstellen dan dat satan ons treft met een lichamelijke ziekte. Dat zien we vaak als
neutraal. Om een voorbeeld te geven, ik weet van iemand die schizofreen is dat hij telkens stemmen
hoorde. Stemmen die steeds krachtiger werden en die tegen hem zeiden: "ja, maar je denkt toch
zeker niet dat jij een kind van God bent? Jij zeker ­ laat me niet lachen!" Ja, bij zoiets durven we denk
ik wel te zeggen: duivelswerk. Maar deze vrouw, die Jezus hier bevrijdt van haar boeien, is niet geestesziek. Op basis van vers 11
[woordje bezeten] zou je kunnen denken dat deze vrouw bezeten was en dat dan opvatten als
iemand die een psychische aandoening heeft. Maar de NBV gebruikt hier ten onrechte het woord
`bezeten'. Het gaat hier om iemand, die weliswaar helemaal krom, maar toch gewoon in de kerk
naar de preek zit te luisteren. En niet zoals de bezetenen is zoals we ze wel geregeld tegenkomen, zit
te schreeuwen en God te lasteren. Nee, het gaat om het kromgegroeid zijn. Daarvan zegt Jezus:
`geboeid gehouden door de satan'. Ik moet in dit verband ook even denken aan Paulus. Hij schrijft ergens dat hij een doorn in het vlees
heeft. Dat doet toch denken aan iets lichamelijks ­ al weten we niet precies wat en zijn er ook
uitlegger die menen dat het om iets geestelijks gaat, bijvoorbeeld hoogmoed. Maar ook als we de
aard van zijn aandoening in het midden laten dan is het interessant hoe Paulus het beschrijft: de
satan slaat mij met zijn vuisten. [3.7] En zo kom ik bij een soort algemene diagnose. Geldig voor het leven na de zondeval.
[4]De diagnose is: satan, machten en krachten: ze beuken op je in. Wat wij aan ziektes zien/ervaren is
geen neutraal gegeven. Wat wij vaak aanduiden met de term gebrokenheid is méér dan een
toestandsbeschrijving. De Bijbel, en in onze tekst van vandaag, Jezus zelf leert ons erachter te kijken.
En te zien dat op de achtergrond, zonder dat wij het zien en kunnen aanwijzen, machten en krachten
aan het werk zijn. Dan beseffen we ook: de gebrokenheid overstijgt ons[4.1]. Het is hier niet maakbaar. Alsof het een
kwestie is van op de goede knop drukken[4.2] en je depressie is over: het juiste medicijn en als dat
niet bestaat, dan wordt het misschien ooit ontwikkeld. Nee, de gebrokenheid overstijgt ons. Daar win
je het in je eentje dus nooit van. Je verliest het. Soms zelfs letterlijk. Geen fijne, bemoedigende conclusie zou je zeggen. Dat zou zo zijn als dit het hele verhaal was. Maar
dat is het niet! [4.3 ­ zo lang mogelijk laten staan] Want waar jij verliest ­ of mag ik zeggen: lijkt te
verliezen ­ daar overwint Jezus. Dat is wat we vervolgens in dit verhaal zien. 2. Door Jezus bevrijd[5]
Jezus ziet deze vrouw. Ik wil er toch even op wijzen. Hij ziet haar. Hij onderbreekt zijn preek zelfs voor
haar. Kan het na 18 jaar niet nog een uurtje wachten? Nee. Zoals we wel vaker lezen dat Jezus
onderbreek waar Hij mee bezig is als Hij geconfronteerd wordt met een zieke. Waar anderen
doorlopen, blijft Hij stilstaan. Je zou misschien denken: dat gebeurt dan in een opwelling, net als hier
in de synagoge, tijdens zijn preek. Tegelijk denk ik dat het veel meer is dan een opwelling. [5.1] Jezus was behalve God ook gewoon
mens. Dus Hij zal ook opwellingen gekend hebben. We lezen geregeld hoe dingen Hem raken. En dit
raakt Hem dus ook, dat Hij deze vrouw hier zo krom ziet zitten. Moet je je voorstellen: 18 jaar al
vastgehouden in een knellende band. Jezus is begaan met haar, ongetwijfeld. Maar laten we niet vergeten: dit is nou precies waarvoor Jezus is gekomen. [5.2] Hij komt niet even
een boodschap droppen. Nee, Hij komt voor mensen, voor zijn mensen, zoals ook deze dochter van
Abraham. Genezingen doet Hij er niet even bij, puur om zijn preken te ondersteunen, als een soort
bewijs: kijk mensen, het is echt waar wat Ik zeg. En als je het niet gelooft, nou kijk dan, Ik genees! Ik
genees waar mensen anders machteloos staan. Nee, het zit dieper dan dat. Ik ga even met u naar
Matteüs 8. Daar lezen we dat de mensen al hun zieken bij Jezus brengen en dat Jezus ze allemaal
geneest. En waarom? [5.3]
opdat in vervulling ging wat gezegd is door de profeet Jesaja: `Hij was het die onze ziekten
wegnam en onze kwalen op zich heeft genomen.'
Daar heb je het: Jezus neemt onze kwalen op zich. Hoe? Door ze te genezen! Dat is wat Matteüs ons
hier vertelt: de genezingen zijn vervulling van Jesaja [53]. Genezingen zijn dus geen extra's. Ze zijn
onderdeel van Jezus' missie, van zijn bediening. Genezing van ziekte ­ of laat ik het heel algemeen
zeggen ­ herstel van alles wat hier en nu kapot is, is kenmerk van het koninkrijk van God. [5.4]
Helemaal aan het begin van zijn bediening zegt Jezus dat ook: mensen, het koninkrijk van de hemel is
nabij! [Daarom even doorgelezen, die paar verzen die ­ niet toevallig dus ­ over het koninkrijk gaan!] Jezus komt om te laten zien: dat wat kapot is ­ dat zal weer heel worden. Banden die ons nu nog
binden, nu nog bekneld houden: ze zullen helemaal losgemaakt worden, doorgeknipt worden. In het
koninkrijk van de hemel ben je helemaal vrij. Overal vrij van. Van zonde, ziekte en van alles wat een
mens verder kan beknellen. [6]Ja, want het leven moet weer helemaal heel worden. Net zoals het dat in het paradijs was. Wie
lijdt aan en in dit bestaan: die zal dit verlangen diep van binnen heel sterk voelen [ik denk nu ook
even aan ....]. Maar ik denk: wij allemaal voelen dat ergens wel[6.1]. Zoveel kapot. Zoveel stuk. Zoveel
dingen die ook niet weer heel willen worden, hoe hard je het ook probeert. Maar Jezus licht een tipje van de sluier op[6.2]. Hij laat het zien door al die genezingen.
Kijk dus naar Jezus en dan weet je het, als je Hem mensen ziet genezen, het is echt waar: Jezus heeft
al een voorproefje gegeven. Net als bij een trailer van een film: die moet je lekker maken. Zo ook
hier: wat Jezus doet, het mag je doen watertanden. En vervullen met verlangen naar wat komen
gaat. Het mag je troost bieden: want wat wij hier meemaken heeft niet het laatste woord! 3. Bevrijd op sabbat[7]
Dat de gebrokenheid niet het laatste woord heeft, zien we nog ergens aan. Namelijk aan het feit dat
Jezus deze genezing op sabbat doet. En dit is lang niet de enige keer. [7.1]Herhaaldelijk lezen we in
de Evangeliën dat Jezus juist op sabbat genas. Juist op die dag preekte Hij én genas Hij. Dat genezen
dus niet als een soort extra. Niet extra, maar juist welbewust. Aan het begin van Matteüs staat een
soort programmabeschrijving:
[7.2]Hij trok rond in heel Galilea; hij gaf er onderricht in de synagogen, verkondigde het
goede nieuws van het koninkrijk en genas iedere ziekte en elke kwaal onder het volk.
Ziet u? De combinatie: preken en elke ziekte en kwaal genezen. Dat is Jezus' programma. Kort
gezegd: weg met de zonde en weg met de ziekte! [7.3]Dat is in Woord en daad Jezus' bediening. En voor die bediening gebruikt Jezus dus vaak de sabbat. Het wordt zelfs tot een twistpunt. Die
kwestie laat ik nu verder zitten. [Oost: vorige week bij HC 38 deze geschiedenis betrokken].
Waar het mij even om gaat is dit: dat Jezus op sabbat geneest is dus bewust. Genezen is nou echt een
sabbatswerk[8]. Misschien mag ik wel zeggen: vervulling van de sabbat. Juist door te genezen vervult
Jezus het sabbatsgebod. Want denk 's even aan wat er in het vierde gebod staat. Eén van de twee
keer dat de Bijbel de 10 geboden opnoemt, wordt dit als reden voor de algehele rust op sabbat
gegeven: [8.1]de Israëlieten moeten eraan denken dat ze slaven waren in Egypte, maar dat God hen
uit Egypte bevrijd heeft. De Sabbat is dus ook: bevrijdingsdag. Een dag bij uitstek dus voor Jezus voor
nog veel diepere bevrijding. De slavernij aan de gebrokenheid wordt gebroken! [8.2] Op sabbat sta je erbij stil: God bevrijdt! Ik hoef het niet zelf te doen. Ik kan het ook niet zelf. God
doet het. En juist daarom mag ik rusten. [8.3] Lichamelijk en vooral ook geestelijk. Ik mag genieten
van de rust die Hij geeft. Voor lichaam en ziel. Jezus laat zien: de volmaakte rust [sabbatsrust ­ Hebreeën ­ staat nog uit]komt eraan. Die is dichtbij.
Jezus licht een tipje van de sluier op. [8.4] Dat deed Hij daar en toen. Vandaag niet meer op dezelfde
manier. Maar niettemin: een tipje van de sluier is opgelicht. Je kunt er alvast onderdoor kijken en de
volmaakte rust alvast een beetje zien. En zo kom ik bij vandaag. Ik begon met die verzuchting: was Jezus maar hier. [9] Nu. Vandaag. Maar
het was daar en toen dat Hij zijn genezingswonderen deed. Als een tipje van de sluier. Jezus'
optreden duurde een paar jaar. Al die zieken met al hun kwalen: op een gegeven moment moesten
ook zij het weer afleggen tegen de gebrokenheid. Niemand van hen leeft meer. Want, het klassieke
doopsformulier zegt het al [in het doopgebed]: dit leven is niet anders dan een voortdurend sterven.
[Daar moet je als doopouders misschien even niet aan denken, maar het staat er dan toch maar. Bij het begin
van het leven is het al duidelijk: ook je pasgeboren kindje Kyan/Tom zal niet ontsnappen aan de gebrokenheid.] Maar er is wel iets veranderd [anders zou de doop ook voor niks zijn!]. [9.1] In Jezus werd iets zichtbaar
wat daarvoor niet zo duidelijk was. Het was er wel, maar Jezus liet het zien. Het gebeurde voor hun
ogen. Nota bene op sabbat, met tekst en uitleg erbij. Even werd iets van het koninkrijk, van de
volmaakte sabbatsrust, heel zichtbaar, tastbaar[9.2]. In en door Jezus. Dat is het grote verschil met
daarvoor, toen Jezus er nog niet was. Nog niet optrad, nog niet genas. Maar nu weten we het: Jezus
geneest. Jezus geneest alles en iedereen. En we weten het: Hij heef zijn missie op aarde volbracht!
[9.3] Weten we het nu? Ik hoop het. Je ziet in dit verhaal dat er verschillend wordt gereageerd. De
genezen, bevrijde vrouw: zij looft God. Maar de overste van de synagoge is boos. Boos omdat Jezus
in zijn ogen de sabbatsrust verstoort. Bij hem landt Jezus' preek en de concrete toepassing ervan
niet. Brs+zrs, j+m, richt je dus op Jezus! [9.4]Richt je net als die kromgetrokken vrouw met al je pijn, al je
moeite en je ziekte op Jezus. Mag je dan niet naar de dokter? Natuurlijk wel! De Bijbel plaatst ons
nergens voor het dilemma: naar de dokter of naar Jezus, in gebed naar God toe. Doe het gerust
allebei. Maar besef: er zit een grens aan wat dokters kunnen. Waar we tegen vechten is sterker dan
wij. Om dat echt te overwinnen: daar heb je Jezus voor nodig. Luister dus naar zijn onderwijs. Net als die vrouw ­ ja, want zij zit daar dan toch maar, in de synagoge
op sabbat. Onder het gehoor van Jezus. Kromgetrokken als ze is, luistert ze naar zijn preek over het
koninkrijk van God dat dichtbij is. Waarin eens volkomen genezing zal zijn. Dat is de boodschap van
die sabbat geweest en is de boodschap van elke zondag. Die boodschap is er voor elk kind van
Abraham. In geloof is dat dus ook de boodschap voor jou, jou en jou. Wees ervan overtuigd: jij bent
net als die vrouw daar en toen doel van Jezus' missie. Geloof het, zie er naar uit en zing mee: `toch
zal mijn beker overvloeien, want Jezus schenkt mij vreugdewijn ... nochtans zal ik juichen, want Hij
heeft alles volbracht'. Amen.