Preek n.a.v. Lucas 2,14 [dia 1 is voor bij de Schriftlezing; nu dia 2 met het schilderij, direct aan begin] Het zal je maar gebeuren!
Probeer je het eens voor te stellen. Je bent buiten aan het werk. Het is al laat en het is al donker. En
opeen komt er een engel bij je. En hij vertelt: `ik heb goed nieuws! De redder van de wereld is
geboren. En als je me niet gelooft: ga zelf maar kijken, je zult een pasgeboren kind vinden, in doeken
gewikkeld dat in een voederbak ligt.' Wat een rare combinatie is dat! Ga maar na: de redder van de wereld ­ een baby? En dan ook nog in
een voederbak? Maar voordat je erover na kunt denken, is daar opeens een groot hemels leger van allemaal engelen.
En ze zingen dat lied, dat wij maar al te goed kennen en met Kerst graag zingen:
`Ere zij God in de hoogste hemel / vrede op aarde / in mensen een welbehagen'. Overdonderend, lijkt me.
En ook overtuigend. Tegen een heel leger engelen kun je niet op.
De herders in ieder geval niet. Voor hen is het duidelijk: de Heer heeft hier tegen hen gesproken. En
ze gaan naar Betlehem om het kind met eigen ogen te zien. Een dikke 2000 jaar later. We zingen de engelenzang nog steeds.
Alleen: hoe zit dat? De engelen zingen `vrede op aarde'. Waar is die vrede dan?
En hoe zit het met dat welbehagen ­ NBV vertaalt anders.
Waar en hoe blijkt dit welbehagen dan?
Wat zie ik daarvan in mijn leven? Nog scherper: wat is Kerst eigenlijk meer dan een gezellig, knus feest? Goed getimed, want in deze
tijd van het jaar is het nat, koud en donker. Maar als straks Kerst voorbij is, wat heb je er dan verder
nog aan? Wat heb je dan aan de Kerstgedachte, waar de mensen soms zo vol van zijn. De laatste
jaren hoor ik het wat minder, maar veel mensen hebben het erover: de Kerstgedachte. Aardig zijn
voor elkaar. Vrede nastreven. Niet op je strepen gaan zijn. Om een ander denken, zeker als die het
een stuk minder heeft dan jij. Maar wat is daar over, zeg, een maand nog van over? Laten we vanmiddag samen maar eens naar dat lied van de engelen gaan luisteren. We lopen wel
een beetje het gevaar dat we dat lied stuk analyseren. Ik neem dat gevaar maar voor lief, want het
lied heeft ook voor vandaag een mooie boodschap. Ik ga de drie elementen uit dit lied in
omgekeerde volgorde bij langs. Dus
[nu dia 3 met puntenverdeling; tot die tijd is dia 2 blijven staan]
1. In mensen welbehagen
2. Vrede op aarde
3. Eer aan God! 1. In mensen welbehagen [dia 4]
Ik zei net: we moeten het lied niet stuk analyseren. Maar toch wil ik nog even stilstaan bij wat er nu
precies staat. Ik zei: `in mensen welbehagen'. Maar als je er een andere vertaling op naslaat, dan kun
ook tegenkomen iets als: `in mensen van het welbehagen'. Het woordje van staat er dan tussen. Dat
lijkt een tamelijk groot verschil, maar in het Grieks is het dus maar een verschil van één lettertje. Nu maakt dat op zich niet zoveel uit. Want het zal wel duidelijk zijn dat het bij dat welbehagen gaat
om God. De bedoeling is om op één of andere manier tot uitdrukking te brengen dat God
welbehagen heeft in mensen. Ik gebruik dat ouderwetse woord `welbehagen' ­ want ik weet zo gauw
geen beter woord. Het gaat hier om het Griekse woord eudokia. Misschien wel bekend. Soms wordt
een kerkgebouw zo genoemd. Zoals bijvoorbeeld het gebouw van onze zustergemeente te Kampen-
Noord: de eudokia-kerk. Eudokia duidt iets aan van een gezindheid. Misschien komt goedgezindheid
nog het dichtst in de buurt. Maar hoe dan ook: het gaat dus om God en hoe Hij mensen tegemoet treedt. Daarvoor maakt die `s'
eigenlijk niks uit. Dat wordt anders als je er vervolgens van maakt dat God alleen welbehagen heeft
in bepaalde mensen. En dat die dan een bepaalde vrede krijgen. Dan maakt dat ene lettertje opeens
heel veel uit. Maar die richting wil ik niet op. En dat niet alleen op `technische gronden'. Er is iets nog veel
belangrijkers. Want als wij de Bijbel lezen, wat voor indruk krijgen we dan? Krijgen we dan de indruk
dat het goede nieuws, het Evangelie, aan een select groepje wordt aangeboden? Nee toch??! Wat
wel klopt is dat maar een select groepje ­ als ik dat zo mag zeggen ­ de boodschap aanneemt. Maar
die boodschap van redding wordt iedereen aangeboden. In de bekende tekst Johannes 3,16 staat dat God de wereld zo lief had dat Hij daarom Jezus naar de
aarde stuurde. De wereld, staat er. Niet: een select gezelschap.
En aan wie moet het Evangelie verkondigd worden? Juist! Aan alle volken. En dat is wat de engelenzang hier doet: verkondigen.
De boodschap van Kerst is: in mensen welbehagen! [dia 5, tot einde van punt 1 vd preek]
God heeft in mensen welbehagen. Hier wordt ons verteld hoe God is. Hoe Hij staat tegenover de
mens. Tegenover de gevallen mens, die zich van Hem heeft afgekeerd. Die telkens weer van alles en
nog wat doet wat God niet bedoeld heeft en niet wil. Daarom hebben we uit Jesaja 63 gelezen. Daar zie je het: God is een God van liefde en ontferming.
Een God die zijn hand over zijn hart strijkt. Die medelijden krijgt. Ook al is het helemaal de eigen
schuld van de mensen: Hij kan dat niet aanzien. Hij heeft wat met die mens. Ik heb er in eerdere
preken dit jaar al op gewezen: God heeft wat met de mens en blijft dat de hele Bijbel door houden.
Treffend stond het in vers 9: `In al hun nood was ook Hijzelf in nood'. Met andere woorden: de Here
vond het dus helemaal niet leuk dat zijn volk in nood was. Integendeel. En daarom denkt Hij ondanks
alles vroeg of laat aan de dagen van weleer. En komt Hij in actie. En zo komen we weer bij Kerst: God komt zelf in actie. Hij laat aan ons, mensen, zien dat Hij iets met
ons heeft. Hij zegt: Ik heb welbehagen in mensen en daarom: hier is jullie Redder. Ik wil niet dat jullie
moeten omkomen vanwege jullie zonden. Maar dat je je bekeert en niet de geestelijk dood sterft.
Dat is wat Hij laat zien. En dat is wat Hij de engelen laat zingen en wat wij via de herder en Lucas te
horen krijgen: `in mensen welbehagen'. Dat laat God dus zien. Door middel van een babytje. Jezus, de Zoon van God, werd mens. Net als wij:
Hij had een lichaam van vlees en bloed. En Hij moest net als ieder ander mens geboren worden. Voor
Hem een vernedering. Maar zo plaatste Hij zich op één lijn met ons. Je kunt het nog anders zeggen:
zo werd Hij solidair met ons. Door mens te worden. Door een leven op aarde te gaan leiden. Hij laat
zien dat Hij welbehagen heeft in mensen door zelf mens te worden. Kan het nog duidelijker??! God die te midden van de mensen komt wonen.
Maar niet alleen dat. Want het babytje Jezus is voorbestemd om een leven te gaan leiden waarin Hij
de diepte, de zwaarte van dit menselijke bestaan aan den lijve zal ondervinden. En hoe!
En Hij zal merken wat het is als God even geen behagen in jou, als mens, heeft. Hij zal de
godverlatenheid meemaken en het uitschreeuwen: `Mijn God, mijn God, waarom hebt U mij
verlaten?' Het antwoord is: `opdat wij nooit meer door God verlaten zouden worden'. Opdat Gods welbehagen
in ons eeuwig zou kunnen voortduren. Dat is dus wat Kerst voor u/j/m mag betekenen: welbehagen. Ook in u/j/m. Iedereen mag komen en
erin delen. Wie je ook bent. Wat je ook gedaan hebt. Iedereen mag het weten, nee, iedereen moet
het weten. En mag aan de kribbe neerknielen. En zo mag je vrede ervaren.
2. Vrede op aarde [dia 6]
Ja, ho, wacht nou eens even.
Vrede zeg je? [dia 7]
Maar waar is die vrede dan??
Van de week hoorde ik een gedicht van Nel Benschop (MEVA Kerstviering).
De eerste regel was: "Ik kan het niet, God, ik kan het niet". En dit is de tweede strofe: [dia 8 ­ laten staan tot dia 9 ]
Ik kan niet meer spreken van 't grote geluk,
Uw naam is vergeten, Uw wereld is stuk,
Uw vrede geschonden, de landen verscheurd;
ik huiver bij wat hier daaglijks gebeurt:
de honger, de wanhoop, de haat en de dood
regeren de wereld. Hun macht is zeer groot.

Ik herken het gevoel dat hier verwoord wordt. En ik vraag me af: hoe kunnen we het zingen: `vrede
op aarde'- jaar in jaar uit. Op een geloofwaardige manier. Voor onszelf ­ en voor anderen. Toen ik daar over nadacht, kwam ik deze uitspraak tegen. Iemand zei eens: [dia 9]
"Ik zou God graag de vraag stellen: Heer, wat heeft U aan de vrede gedaan? Maar ik durf het niet. Ik
ben bang dat Hij dan zou zeggen: maar jij, wat heb jij er aan gedaan?" Ik denk dat hier een sleutel ligt tot een antwoord op de vraag naar de vrede. Soms ben ik geneigd
God ter verantwoording te roepen. Een beetje op de manier waarop dat in dat tweede stukje ging
dat we uit Jesaja 63 hebben gelezen. Kijk maar eens wat daar in vs. 19 staat: [dia 10]
`Het is alsof u nooit over ons hebt geheerst, alsof uw naam nooit over ons is uitgeroepen'.
En dan die zin ­ die in de derde strofe van dat gedicht van Nel B ook voorkomt:
`Scheurde u maar de hemel open om af te dalen!' Maar, brs+zrs, dat heeft God gedaan! [dia 11] Hij heeft de hemel opengescheurd en Hij heeft zijn
Zoon laten afdalen. Hij deed dat om van zijn kant herstel te brengen. Wij mogen weer in het reine
komen met Hem. Hij laat zien: wees niet bang. Ik wil je niet vernietigen, maar ik wil je eeuwig leven
geven. Kniel voor Jezus! Dat is zijn stap naar vrede toe.
Die man die ik zoëven aanhaalde heeft wel een punt. God heeft een grote stap gedaan. Zijn
tegenvraag aan ons is: wat doe jij eraan?
Laten we ook maar even zelfkritisch zijn: als wij ­ christenen ­ soms al in eigen gelederen de vrede
niet weten te bewaren ­ hoe moet dat dan in de wereld als geheel? Hoe moet dat dan met mensen
die Christus niet kennen of niet erkennen? Mensen die dus de basis voor vrede missen!! Ik denk dat dát het punt is. De wereld als geheel mist een basis voor vrede. Vrede op aarde, begint
met vrede met God. Daarvoor is alles aanwezig: God heeft die basis eens en voor altijd gelegd. Voor
de komst van Jezus hoefde niemand daar aan te twijfelen ­ maar nu is het echt helemaal zeker. Ondertussen moeten we nuchter zijn. Zo nuchter als de Bijbel zelf. Zo nuchter als Jezus zelf. Als je
leest wat Jezus over vrede gezegd heeft, dan kom je bijvoorbeeld dit tegen:
- je zult horen van oorlogen en geruchten van oorlogen
- denken jullie dat ik gekomen ben om vrede te brengen? Nou, ik breng veeleer verdeeldheid.

Oorlogen. Verdeeldheid ­ over wie Jezus is.
Maar hoe is dat dan te rijmen met wat de engelen zingen: `vrede op aarde'? Ik wil daar een paar opmerkingen over maken:
1) de engelen zingen niet: nu komt er totale wereldvrede.
2) het Grieks gebruikt hier geen werkwoorden. Wij zingen vaak: `ere zij God'. Maar dat `zij' staat er
niet. Je moet het zelf invullen en zo bezien is `zij' een goede mogelijkheid.
Zo ook bij `vrede op aarde'. Wordt dat als wens bedoeld ­ dus als `vrede zij er op aarde' of als
werkelijkheid ­ dus: `vrede is er op de aarde'?
3) Ik denk dat het meer is dan een wens. En daarvoor moeten we op de context letten. Jesaja noemt
het kind dat geboren zou worden onder andere `Vredevorst'. Met andere woorden: de vrede zelf, Hij
die onze vrede is, is op aarde gekomen.
Ik denk dat we het zo moeten zien: een stukje van de totale, alles omvattende vrede, waar Jesaja al
van spreekt, die is op aarde gekomen. Jezus is er de belichaming van. Hij is letterlijk de vrede op
aarde. En wie in Hem gelooft, mag ook wel degelijk die vrede ervaren. Aangevochten vrede ­ dat wel. Een
vrede te midden van oorlog en andere ellende. Jezus zelf zegt: `Ik geef jullie een vrede die de wereld
niet geeft'. En dat stelt ons voor de vraag: heb ik die vrede? [dia 12] Vrede omdat ik neerkniel bij de kribbe.
Omdat ik het ook zo ervaar: God heeft ook aan mij welbehagen, God is mij goed gezind? Want dat is
de basis voor de vrede die nog helemaal volmaakt zal worden. Gaat het dan dus alleen om innerlijke vrede? Nee.
Aan de ene kant moeten we nuchter zijn: de Bijbel laat ons duidelijk weten: hier en nu zal er altijd
onvrede blijven. Maar aan de andere kant: vanuit Gods liefde, Gods welbehagen, mag er in onze
harten verandering komen. Hier en nu. En die mag zichtbaar, voelbaar, tastbaar worden. Anderen
mogen het merken. En soms zijn er hier en nu echt van die eilandjes van vrede. Vrede aangestoken
door de liefde van God. En zo stelt de engelenzang ons ook de vraag: wat doe ik aan de vrede? [dia 13] B+z: dat is de
uitnodiging van Kerst: Laat de vrede van Christus in ons leven helemaal bepalen. 3. Eer aan God! [dia 14]
We hebben gezien: God ziet naar ons om. Hij had en heeft nog altijd welbehagen in mensen. Hij wil
graag vrede in onze harten en die vrede zijn uitwerking laten hebben in het leven van elke dag. Dat
samen is de Kerstgedachte. Wat moet ik verder nog zeggen?
Laten we het analyseren van het lied nu maar verder opgeven.
Laten we ons maar geven in aanbidding.
Laten we ons voegen in het koor en de eer van God bezingen. [dia 15, goed timen!!!]
Laten wij gaan staan en vol overgave zingen: `Eer aan God', met LvK 134 in wisselzang, zoals
aangegeven.