`Zie, wij gaan op naar Jeruzalem' n.a.v. Lucas 9:51 (en 18:31-34)
Ds. Maarten van Loon, Dalfsen, maart 2013 Rode lijn: Jezus' gang naar Jeruzalem. Hij gaat net als veel anderen naar Jeruzalem voor het Pascha,
het Pesachfeest, al gaat Hij wel met een heel ander doel. Vandaar de keuzes in de liturgie voor Psalm
122 aan het begin en Psalm 48 aan het eind. In de preek is Avondmaalsformulier 5 verwerkt, alsmede de Tien Geboden.

Liturgie
Votum en zegengroet Zingen: Psalm 122: 1, 3 Gebed Lezen: Lucas 9:51 en 18:31-34
Preek over Lucas 9:51 (met daarin verwerkt het HA-formulier 5 en de Tien Geboden, zie ppt)
Zingen: LvK gezang 360 Viering van het Avondmaal
Gebed uit het formulier
Opwekking en instellingswoorden
Lopende viering, onderwijl zingen we:
GKB gezang 161 (als geloofsbelijdenis; meteen mee beginnen)
GKB gezang 60 (door groep kinderen van de basisschool)
LvK gezang 192: 1, 2, 4, 6
Opwekking 268
GKB gezang 58 (door groep kinderen van de basisschool)
LvK gezang 358: 1-6 (vers 6 is bedoeld als afsluiting van de viering)

Gebed Collecte
Zingen: Psalm 48: 1, 4 Zegen

Tekst van de preek[scherm zwart] (op podium en van daaruit kinderen vragen)
Jongens en meisjes ­ weten jullie nog wat er bij het Kerstfeest in de kerk lag? Wie weet het nog?
[als niemand het weet: hint: toen je hier de kerkzaal in wilde, wat lag er op de grond voor de deur?] Precies, een rode loper![1]
Weet iemand nog voor wie die rode loper er lag? Een iets moeilijkere vraag, maar wie weet het nog?
[vragen] Die rode loper lag er voor ons!
Niet voor Jezus. Nee, Hij komt, Hij wordt door God gestuurd om die rode loper voor ons neer te leggen.
Je zou het nog anders kunnen zeggen: Jezus is zelf de rode loper. Je loopt als het ware over Hem heen
naar God toe.[2] Het is de rode loper van kribbe naar kruis. Dat is de weg die Hij gaat. En die Hij zelf
is. Dat zegt Hij ook ergens: `Ik ben de weg'. Je komt alleen bij God langs de weg van Jezus' lichaam en
bloed. Nou, zo komen we bij het Avondmaal. Iedereen die straks naar voren komt, krijgt een stukje brood
en neemt een slokje wijn uit de beker.[3]
Wie weet wat het stukje brood betekent? [rondkijken/vragen]
En wie weet waar de wijn voor staat? [rondkijken/vragen] Dus: Jezus' lichaam en bloed. Daar gaat het om. Dat is de kern van ons geloof.
Daardoor word je gered en het Avondmaal herinnert je daar heel sterk aan. (naar/op preekstoel)

En daarmee dus aan die weg die Jezus ging. Die weg van kribbe naar kruis. [4]
Want daar is Jezus op het laatst van zijn leven heel nadrukkelijk mee bezig.
Om bij het kruis uit te komen. Dat kruis dat op die heuvel vlak buiten Jeruzalem zou komen te staan,
op Golgotha. Dus daar moet Hij heen, naar Jeruzalem.
En daar gaat Hij dus ook heen. We hebben het net gelezen: als het tijdstip van de ontknoping nadert,
dan gaat Hij vastberaden op weg naar Jeruzalem. Ogenschijnlijk als `gewone' pelgrim, misschien of
waarschijnlijk met Psalm 122 op de lippen. Het feest nadert. Het duurt dan nog een poosje voordat Hij daar, in Jeruzalem, aankomt. Het is een lange reis van wel
een paar dagen als je helemaal vanuit het Noorden van Israël naar Jeruzalem moet.
Maar Jezus gaat er extra lang over doen. Want onderweg gaat Hij nog preken, stuurt Hij zijn
volgelingen eropuit om te preken. Onderweg heeft Hij nog van alles te doen. Bijzonder eigenlijk hè,
j+m, dat Hij daar tijd en aandacht voor heeft? Je zou zeggen: zijn hoofd staat er niet naar. Maar als je
Lucas doorleest dan ontdek je dat er op Jezus' reis naar Jeruzalem juist van alles gebeurt, dat Hij nog
van alles doet. Maar niettemin, Hij zet nu koers naar Jeruzalem. Telkens komt dat weer terug. Heel wat
hoofdstukken verder, in Lucas 18, lezen we het ook. Jezus neemt daar zijn discipelen apart en zegt:
"we zijn nu op weg naar Jeruzalem." De discipelen denken misschien: ja, voor het Pesachfeest
natuurlijk [herdenking uittocht]. Maar Jezus maakt meteen duidelijk: nee, niet voor het feest, maar
voor het grote offer ­ van zijn lichaam en bloed. Lucas 18:11-33[5]
Hij nam de twaalf apart en zei tegen hen: `We zijn nu op weg naar Jeruzalem, en alles wat
door de profeten is geschreven zal men de Mensenzoon laten ondergaan. Want hij zal
worden uitgeleverd aan de heidenen en worden bespot en mishandeld en bespuwd. En
nadat hij is gegeseld, zal hij worden gedood, maar op de derde dag zal hij opstaan.'

Want dat was Gods plan met Jezus: dat Hij zijn leven zou opofferen. Voor ons.
Dat is wat we in het Avondmaal gedenken. En nu lees ik een stukje van het HA-formulier [6]:
We gedenken dat de Heer Jezus aan het kruis zijn lichaam en zijn bloed gegeven heeft voor
de zijnen. In grote liefde voor ons heeft hij zich geofferd, zodat wij niet zouden sterven maar
leven. Het avondmaal richt onze aandacht op deze zelfovergave van de Heer. Het vervult ons
met schaamte om onze zonden, maar ook met dankbaarheid om zijn verzoenende liefde.

Daar heb je het: Hij heeft zich opgeofferd. Voor ons: zodat wij niet zouden sterven maar zouden
leven. En dan wordt bedoeld: eeuwig leven. Dat we over die rode loper bij God komen. Zonder Jezus
zouden we er niet komen. Want onze zonden zitten daarvoor in de weg. [7=lege dia=scherm
`zwart']Elke zondag lezen we in de kerk samen de Tien Geboden. Regels voor het goede leven. Zeg
nou zelf: wat zou het leven er anders uitzien als iedereen die zou houden. Stel je eens voor dat
iedereen [en nu noem ik 10 geboden]:
1. Alleen God diende
2. Ook echt op de manier zoals Hij het wil.
3. En dat niemand vloekte
4. Dat iedereen de zondag zou vieren, naar de kerk zou komen
5. Iedereen luisterde naar zijn ouders en naar andere mensen die gezag hebben gekregen over
je
6. Dat niemand een ander zou doden, metterdaad of met woorden [kan ook: pesten!]
7. Dat iedereen zuiver omgang met seksualiteit
8. Dat niemand zou stelen
9. Dat niemand zou liegen
10. Dat iedereen tevreden zou zijn met wat-ie heeft, niet jaloers. Niet alsmaar willen hebben-
hebben.
Stel je eens voor ...
Maar zo is het dus niet. Helemaal niet zelfs. Ga voor jezelf maar na: we bouwen een schuld op. Naar
elkaar toe en naar God. Als je alles optelt: een torenhoge schuld. En nu wilde God dat er één mens zou zijn die wel al die geboden kon houden. Want alleen zo iemand
zo de straf kunnen dragen voor al onze zonden. Wij mensen zondigen. En dus zei God: dan moet ook
een mens de schuld daarvan dragen. En daarom stuurde Hij Jezus, zijn eigen Zoon. Daarom moest Hij
de route gaan van kribbe naar kruis. Daarom ging Hij op weg naar Jeruzalem. Doelbewust.
Vastberaden. En daar, in Jeruzalem, liet Hij zijn leven heel bewust uitlopen op die laatste avond. Toen Hij en zijn
discipelen samen aan tafel zaten en Hij die bekende woorden sprak waarmee Hij het Avondmaal
instelde:
[8]Toen ze aten nam Jezus een brood, sprak het zegengebed uit, brak het brood en gaf de
leerlingen ervan met de woorden: `Neem, eet, dit is mijn lichaam.'
[9]En hij nam een beker,
sprak het dankgebed uit en gaf hun de beker met de woorden: `Drink allen hieruit, dit is mijn
bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden.
[10]Ik zeg jullie: vanaf vandaag zal ik niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken tot de
dag komt dat ik er met jullie opnieuw van zal drinken in het koninkrijk van mijn Vader.'


[11]Kijk, nu snappen we ook dat die loper die Jezus uitlegt voor ons in zijn leven rood is. Die loper is
rood van zijn bloed. Het is een bloedrode loper. Je loopt dus over een bloedrode loper. Gods genade
voor ons is dan wel gratis ­ maar hij is niet goedkoop: de loper is bloedrood. De loper, die bloedrode loper, uitnodigend ligt hij voor je klaar. En de uitnodiging is: loop eroverheen
in je leven. Stap naar Hem toe. Dat zit toch ook een beetje in dat woord `loper'. Het is de bedoeling
van zo'n loper dat je erover heen loopt. Dat je de route volgt. [12]Wat voor route is dat? De Bijbel houdt ons voor: het is een weg van ootmoed. Van elkaar
dienen. Dat is de koninklijke weg. Er zit iets dubbels in die rode loper.
-
De ene kant is: het is ergens een heel beschamende route.[12.1] Ik zal al: de genade is dan
wel gratis, maar niet goedkoop. De route is roodgekleurd vanwege het bloed van Jezus. De
rode loper is wel de toegangsweg naar God ­ maar lopend over die loper kom je op een
gegeven moment wel uit bij Golgotha. Geen plek om trots op te zijn! Maar juist om nederig
en stil van te worden. Verwonderd te raken. [HA formulier: het vervult je met schaamte over
je zonden]
-
Maar de andere kant: [12.2] je loopt er als een koning of koningin overheen. Je deelt in de
overwinning van Christus. De overwinning over zonde en over dood. Ondanks alles wil God je
als een vorst behandelen! [HA formulier: het vervult je met dankbaarheid.]
Laat die beide emoties maar opkomen, laat ze maar toe: schaamte en dankbaarheid. Je loopt dus over een koninklijke weg. Maar wel van een heel bijzonder koninkrijk. [12.3] Want de
koninklijke weg die God voor ons heeft uitgestippeld is een weg van ootmoed, van een nederige
houding. Van dienen, zoals Hij diende. Dat is de stijl van het koninkrijk.
Het HA-formulier koppelt dat zo aan elkaar:
[13]We beleven aan het Avondmaal samen de vreugdevolle eenheid met Christus en met
elkaar. Vanuit de viering van het avondmaal willen we elkaar dienen in de gemeente.

Ja, want dat is zeg maar de oproep die klinkt bij het Avondmaal[14]: dien elkaar. Heb elkaar lief. Zoals
Christus ons diende en liefhad. Hij deed het ons op een heel diepe manier voor op die lange weg van
kribbe naar kruis.
Fil.2 pakt dit op en zegt: [14.1] doe net als Christus. Laat zijn gezindheid ook de jouw zijn. Je hoeft
niet hetzelfde te doen als Hij, maar je wordt wel nadrukkelijk opgeroepen dezelfde houding, of ik
mag wel zeggen, levensinstelling te hebben. Je wordt opgeroepen tot een bepaalde manier van zijn. De koninklijke route, over de [bloedrode] loper is dus een weg die van ootmoed, nederigheid, met
een dienende houding. Bij de 10 geboden zei ik net: stel je eens voor als iedereen ...
Nou, hier kun je hetzelfde zeggen. Stel je eens voor dat iedereen een dienende houding had. Als wij
allemaal onszelf nou eens even niet zo belangrijk zouden vinden, niet op de eerste plaats zouden
zetten. Als we dat allemaal nou eens deden ... Ja, wat zou dat een verademing zijn! [14.2] En ja .. dat is waar het Avondmaal ook toe oproept! Je kunt niet Avondmaal vieren als je niet je trots
aflegt. Wilt afleggen. Als je niet wilt dienen. Die houding verwerpt. Denkt dat je het zelf allemaal wel
kunt. Avondmaal vieren is juist: alles afleggen en het van Hem, van God, van Jezus Christus
verwachten. En zijn gezindheid je eigen maken. En dat is waar Gods rijk begint. Ja, want dat is hier en nu al aangebroken. Vaak: is iets van later en dat
krijg dan alle accent. Nee, het krijgt hier en nu een begin. En eens zal het in volle omvang aanbreken.
Dat is waar het HA-formulier ons tenslotte bij bepaalt:
[15]Tegelijk verwachten we de terugkeer van onze Heer Jezus. Aan het avondmaal mogen we
alvast iets proeven van de blijdschap die de bruiloft van het Lam geeft. Straks zal onze Heer
met ons opnieuw wijn drinken in het koninkrijk van zijn Vader.
[16]Daarom mogen we het avondmaal ook niet achteloos en zonder oprecht geloof vieren.
We moeten dat juist doen met eerbied voor God en in heilige, gespannen verwachting.
Straks zal de Heer alle tranen uit onze ogen wissen en zal aan alle gebrokenheid en nood een
einde gekomen zijn. En hij zal over alles en allen regeren.
[17 = zwart scherm]
Daar loopt de rode loper dus op uit: op Jezus die verheven wordt. Vlak hiervoor mochten Jakobus,
Johannes en Petrus hier al wat van zien. Ze waren erbij, toen Jezus' gezicht op de berg helemaal
straalde. En toen Mozes en Elia met Jezus spraken over ... Ja, waarover? Even precies lezen: zijn
uitgang in Jeruzalem. Exodus. Je kunt lezen: zijn dood. Maar in het woordje exodus hoor ik iets
anders. Iets waar Lucas in ons tekstvers ook heel duidelijk op zinspeelt: op Jezus' hemelvaart. Op de
glorie van Jezus. Jezus, in volle glorie is Hij in de hemel. Daar maakt Hij alles klaar om straks jou te ontvangen, om alle
tranen van je ogen af te wissen op de bruiloft van het Lam. En nu al wil Hij je laten weten dat het
echt zo is. Daar wil het HA ons ook van verzekeren. [18]Als je straks naar voren komt: doe dan maar net alsof er hier een bloedrode loper ligt. Doe maar
net alsof je over een bloedrode loper loopt. Naar God toe. Leg de trots af die je nog hebt. Leg alles af
waar ze mee zeult. Leg af dat gevoel dat je het zelf moet doen. Leg de laatste restjes ook af. Kom
over de rode loper naar God toe. Want Hij heeft die loper uitgerold. Jezus is op weg gegaan naar
Jeruzalem, vastberaden. En ... Hij heeft het volbracht.