Preek n.a.v. Johannes 13: 1-20 [meteen dia 1, tijdens inleiding laten staan]

Daar zitten ze dan, aan tafel met Jezus voor het Pesachmaal. Alle twaalf zijn ze er.
Zouden ze hun voeten soms niet gewassen hebben?
Vond iedereen misschien dat dat vieze werkje niet door hem maar door één van de anderen gedaan
zou moeten worden? Het zou kunnen ­ maar we weten het niet. In ieder geval gaat Jezus op een gegeven moment de voeten van zijn discipelen wassen.
Ik denk dat de gesprekken wel zullen zijn verstomd.
"Hè, wat doet de Meester nou?"
"Gaat Hij nu onze voeten wassen?"

Ja, dat gaat Hij doen. En daarmee leert Hij ons een belangrijke les. Hier aan de maaltijd. 1. Aan de maaltijd ... [het moment][2]
Het gaat hier niet om zomaar een maaltijd. Johannes is er niet zo duidelijk over, maar het moet hier wel
gaan om het zgn laatste Avondmaal [2.1]. Dat is de laatste pesachmaaltijd die Jezus met zijn discipelen
heeft gehad, op de avond dat Jezus verraden wordt. Als je wat we hier lezen combineert met wat
Matteüs, Marcus en Lucas vertellen dan kan het haast niet anders. De discipelen voelen: er staat iets te gebeuren. Bij Lucas lezen we dat de discipelen aan tafel onenigheid
krijgen. Ze ruziën over wie de belangrijkste is.
"Hé, als het koninkrijk er straks is zal ik toch wel de tweede man worden?"
"Waarom jij wel en ik niet?"
"Nou, was jij er dan soms bij, bij die verheerlijking op de berg? Nee? Nou dan!"
"Trouwens belachelijk die keer. Laten jullie je moeder aan Jezus vragen of jullie straks links en rechts
naast hem op de troon mogen zitten."
"Ja, ben je zo belangrijk ­ en moet je moeder het vragen. Mooie ministers zullen jullie worden!"
"Nee, mij heeft Jezus al zo vaak ergens bij betrokken. Ik behoor zeker tot het kernkabinet" Net nu, nu Jezus' leven op aarde zijn allerlaatste en beslissende fase in gaat, zijn ze aan het ruziën. De
sfeer aan tafel is dus bepaald niet ontspannen. Intussen weet Jezus wel dat Hij, zoals Johannes het formuleert, nu gauw zou terugkeren naar de Vader.
Maar dat zou gaan langs een weg van lijden en sterven. Jezus wist dat dat heel gauw zou gaan
gebeuren. Maar Jezus wist nog meer. Hij wist ook dat één van de twaalf discipelen hem zou verraden. Dat de
duivel vat op hem had gekregen. Dus behalve de onderlinge spanning die aan de oppervlakte was
gekomen, is er ook onderhuidse spanning. Spanning die de discipelen ­ op Judas na ­ niet voelen, maar
Jezus des te meer. De Satan zit hem, juist nu de ontknoping nadert, op de hielen. De hele tijd, en ook
nu, voelt Jezus de hete adem van satan in de nek. En daarom treft het mij ook zo dat Jezus uitgerekend nu de tijd neemt voor een heel belangrijke les
[2.2]. Je zou denken: dit is het moment niet. Nu moet Hij zich focussen op wat er komen gaat. Nu moet
Hij helemaal gericht zijn op het ­ zoals het in vers 1 staat ­ geven van zijn liefde tot het uiterste. Dwz.
tot in de dood toe en langs de weg van bitter lijden. Ultieme liefde. Maar terwijl dat moment van ultieme liefde zo dichtbij is, neemt Jezus de tijd voor deze les. Dat is
opvallend. Dat zegt iets over het belang van deze les. Jezus laat ons hier iets zien dat zó belangrijk is,
dat Hij er de tijd voor neemt op een moment dat je zou zeggen: daar is nu toch geen tijd voor. Maar
Jezus zet als het ware het lijdensverhaal even stop. Eerst moet deze heel belangrijke les nog geleerd
worden. De les van het elkaar liefhebben op de manier waarop Hij ons ook liefgehad heeft en nog altijd
liefheeft. Het moment dat Jezus deze les geeft, laat dus het belang zien. Het laat nog iets zien, namelijk:
voetwassing en kruis, ze liggen op één lijn [2.3]. Ze horen onlosmakelijk bij elkaar. 2. ... wordt het stil [3]
Het kan niet anders: de gesprekken, de discussies ­ ze verstommen. Het wordt stil, want Jezus doet iets
ongehoords. Hij, de Meester, gaat de voeten van zijn discipelen wassen. Tot in de details beschrijft
Johannes het: Jezus legt zijn bovenkleed af - dat uit één stuk geweven kleed -, slaat een linnen doek om
en giet water in een waskom. Dit zijn geen overbodige details, want dit laat precies zien waar het om
gaat. Jezus neemt hier de gestalte van een dienstknecht aan [3.1]. Letterlijk ­ door zijn kleding, zijn
knielende houding. Zijn waardigheid is ahw weg doordat hij zijn bovenkleed afdoet. Hij ziet er uit als
een slaaf en gaat het werk van een slaaf doen. Wij begrijpen wel dat dit vreemd is. Maar in die tijd was
dit echt de wereld op z'n kop.
In de samenleving van toen had je - wat we in NL vroeger ook wel hadden
en wat je nu in sommige landen nog steeds hebt ­ rangen en standen. En bij een bepaalde stand
hoorden bepaalde plichten of juist rechten. Wie hoger in stand was hoefde een lagere in stand niet te
bedienen. Ondenkbaar! En het was dus ook ondenkbaar dat een Rabbi, die dus hoger stond, zijn
leerlingen zou bedienen en de voeten wassen. Ondenkbaar! Daarmee past de voetwassing helemaal in wat Tim Keller het patroon van het kruis noemt. Het patroon
van het kruis is, kort gezegd: de omgekeerde wereld. Dat wil zeggen: de ongekeerde wereld ten
opzichte van wat wij normaal vinden. [3.2] Zoals het meestal toegaat. Ja, hoe gaat het meestal toe? Nou, een beetje zoals bij de onenigheid onder de discipelen. In de wereld
van vandaag gaat het om wie er belangrijk is. Wie er de baas is. [3.3] Wie het voor het zeggen heeft. En
de rest mag zich daarnaar schikken. Goedschiks of kwaadschiks. Ook in onze samenleving, die wij
beschaafd noemen, gaat dat zo: het recht van de sterkste geldt. Bij ons gaat dat meestal niet met
wonder en geweld, maar subtieler. Ik denk dat u wel aanvoelt wat ik bedoel. Dat patroon wil Jezus doorbreken [3.4]. Hij laat nu die ruziënde discipelen beschaamd staan doordat
Hij,Jezus, die het zeker niet hoeft te doen, Híj gaat nu hun voeten wassen. Gezien hun eerdere onenigheid zullen de discipelen zich geschaamd hebben. Stil gevallen zijn daar aan
die maaltijd. Ze begrijpen misschien de diepere laag nog niet, maar natuurlijk voelen ze het wel: wij ons
druk maken over wie de belangrijkste is ­ en nu wast Hij ons de voeten. Laten wij ons ook maar even
schamen: wij ons druk maken, onenigheid hebben over ... en dan komt Hij en gaat de weg naar lijden en
kruis, voor ons, voor u/jou/mij. De discipelen - gelaten ondergaan ze de voetwassing. Die indruk krijg je uit de manier van vertellen. Het
wordt stil, daar aan die maaltijd. Het blijft alleen niet stil. Want nu komt Jezus bij Petrus en wil ook diens voeten gaan wassen. Tot dan
toe heeft hij niets gezegd, maar nu kan hij niet langer z'n mond houden. Dit gaat te ver: "U wilt toch
niet mijn voeten wassen, Heer?" Typisch Petrus. Hij gooit het eruit.
Ik heb wel sympathie voor deze reactie. Want volgens mij wil Petrus zeggen: "laten we nu aub stoppen
met die poppenkast, de boodschap is duidelijk, we waren verkeerd bezig, we zullen het nooit meer
doen. Stopt u nu maar!". Maar Jezus stopt niet. Nee, want dan zou de boodschap toch niet zijn
overgekomen. Want wat Jezus hier wil laten zien, gaat nog veel en veel dieper dan Petrus kan
bedenken. En daarom zegt Jezus: "je begrijpt het nu nog niet, maar later wel". En Petrus die wel
gewend is aan wat raadselachtige antwoorden van Jezus (in zijn ogen dan) zegt nog een keer, nu veel
stelliger nog: "Nee, niks ervan. U mag mijn voeten niet wassen. Ongehoord. Nooit!" Nu maakt Jezus duidelijk [3.5]: "Petrus, het gaat echt veel dieper dan je denkt. Als Ik dit nu niet mag
doen, kun jij niet bij Mij horen." Zozeer horen voetwassing en kruis dus bij elkaar.
Petrus ­ die het dus niet ten volle begrijpt - hij hoort de ernst in Jezus stem. Hij kent Jezus en
begrijpt/aanvaardt dat het zo moet. Een mooi moment. Dan wordt hij toch weer stil.
Hoewel ­ als je let op wat er dan gebeurt. Ook weer typisch Petrus, slaat hij radicaal door naar de
andere kant: "Nou, dan wil ik graag helemaal door u gewassen worden en niet alleen mijn voeten!" Dat
hoeft natuurlijk niet: alleen de voeten werden vies op de stoffige wegen van toen en dus moesten die
gewassen worden. Jezus maakt zijn ronde af. En dan vraagt Hij: "begrijpen jullie wat Ik heb gedaan?" Zonder op antwoord
te wachten, legt Hij het uit. Volgens mij is de uitleg niet moeilijk te begrijpen. Wie je ook bent,
hooggeplaatst misschien in deze wereld, wees bereid om een ander de voeten te wassen. Om een
ander te dienen. Om hem of haar lief te hebben en jezelf het belang van die ander te willen dienen.
Desnoods door een vies werkje te doen. Jezus toont hier hoe diep de liefde mag en moet gaan. Zelf zal
Hij nog veel verder gaan en zich niet lang hierna tot in de dood vernederen. Maar: kruis en voetwassing,
ze liggen op één lijn. Ze laten de diepte van de liefde van God zien. Om stil van te worden. 3. Toon ook zijn liefde! [4]
Jezus roept ons op de liefde te tonen die Hij ons heeft voor gedaan. Om het omgekeerde patroon te
gaan volgen van wat `normaal' is. Namelijk dat de meerdere de mindere dient. Niet overheerst, maar
dient. Zoals Hij, de Allergrootste dat ook deed. Dat Hij, de Allergrootste dit deed dat betekent: er is
geen enkele reden om te zeggen om dit voorbeeld niet te volgen, maar alle reden om dat wel te doen! We hoeven elkaar natuurlijk niet letterlijk de voeten te wassen. Ik heb 's ergens gelezen dat er
christenen zijn die van de voetwassing een liturgisch moment van maken. Maar Jezus noemt het een
voorbeeld. Bedoeld om in de geest ervan te handelen. Die geest hoeft ons niet onbekend te zijn. Het is het omgekeerde patroon waar ik het eerder al even
over had. Dit patroon zien we het hele evangelie door [4.1]:
- niet de eerste willen zijn, niet de meeste, maar de minste.
- niet willen heersen, maar willen dienen
- niet het eigen belang, maar dat van een ander dienen
- niet terugvechten, maar de andere wang toekeren
- niet alleen goed zijn voor je vrienden, maar ook voor anderen
- niet het recht van de sterkste, maar juist de zwakkeren helpen. [5] Iets anders wil ik nog naar voren halen. Jezus wast de voeten van al zijn discipelen. Dus op een
gegeven moment ook die van Judas.
[5.1]De andere discipelen weten niet wat Jezus wel weet, namelijk
wat er in Judas' hart leeft en wat hij straks zal gaan doen. De duivel heeft bezit van zijn hart genomen.
En toch wast Jezus ook Judas de voeten!!!

Het gaat dus nog veel dieper! Precies wat Jezus al eens gezegd had, brengt Hij hier nu zelf in de praktijk:
Heb je vijanden lief. [5.2]
Zou jij Judas' voeten hebben gewassen? [5.3] Ik zou het ontzettend moeilijk hebben gevonden. En
gedacht hebben: het is wel goed met je. Als jij de poten onder mijn stoel wegzaagt, dan sla ik jouw
voeten maar even over.
Ik denk dat wij om heel wat minder dan dat wel eens iets niet voor elkaar over hebben ... Vul zelf in. Maar Jezus leeft ons dus iets anders voor, een heel andere houding. Iets dat heel diep gaat. Veel dieper
dan wij kunnen. Want zo diep zit dat andere patroon er sinds de zondeval in. Zo diep, dat we dat
normaal zijn gaan vinden en het patroon wat Jezus hier voordoet, voorleeft, als het omgekeerde
patroon zien. Als iets tegendraads. Vanuit onze beleving is het dat inderdaad: tegendraads. Maar Jezus
leert ons: dat is het patroon dat Ik graag wil zien. Zo moet het zijn. Elkaar liefhebben wordt concreet in
het elkaar dienen. En Hij doet ons dat patroon voor. Hier bij de voetwassing en straks aan het kruis. En daarom zei ik aan
het begin: voetwassing en kruis staan in elkaars verlengde. Beide laten Jezus' liefde tot het uiterste zien. Het zal niet makkelijk zijn om zo'n patroon in je leven te laten zien. Hoe krijg je dat ooit voor elkaar?
Daarvoor moet je telkens op Jezus letten. Dat is zijn nieuwe gebod [6 ­ dia laten staan tot ik echt met
punt 4 begin]: elkaar liefhebben zoals Hij ons heeft liefgehad. Zo zegt Hij dat tegen zijn discipelen en
ook tegen ons. 4. Dan wordt het stil in de wereld! [7]
Wat ziet de wereld eigenlijk van de kerk? Is het omgekeerde patroon van Gods liefde te zien? Is aan
onze liefde voor elkaar te zien dat we Gods leerlingen zijn? Dat is wat Jezus zegt.
Maar gebeurt het ook? [7.1] Als je kijkt hoe de kerk in het nieuws komt de laatste tijd ­ dan niet. Dan
wordt het helemaal niet stil in de wereld. Dat is er luid en duidelijk verontwaardiging. En nog terecht
ook. Maar het kan wel. Het kan wel stil worden in de wereld doordat we Gods liefde laten zien. Het werkt
echt [7.2]. Hiervan zijn getuigenissen genoeg. Getuigenissen die laten zien welke kracht er uit kan gaan
van die tegendraadse houding van de minste willen zijn. In het groot en in het klein. Dingen waar je stil
van wordt. Laatst overkwam mij dat zelf. Beschaamd stond ik door het gedrag van een ander. Ze stond voor de AH,
de dakloze met haar straatkrant. Ze dringt zich niet op. Ze staat er gewoon. Meestal loop ik voorbij. Zo
ook nu. Maar terwijl ik dat deed, sprak iemand haar aan. Hij legde even zijn hand op haar schouder en
vroeg: kan ik nog wat voor je meenemen uit de winkel? Heb je ergens zin in? Na enig aarzelen: ja, ik heb
eigenlijk wel trek, een paar boterhammen zouden wel lekker zijn. Ik weet helemaal niet of die man
christen was of niet. Het doet er ook niet zoveel toe. Ik was beschaamd. Schaamde me over mezelf.
Want deze man liet het omgekeerde patroon zien, bedoeld of onbedoeld. Dit is een voorbeeld van wat
Jezus bedoelde. Een voorbeeld om stil van te worden. Ja, het is maar een klein voorbeeld. Maar Jezus maakt keer op keer duidelijk dat wie iets voor de
`kleinen' doet, [7.3] het aan Hem persoonlijk doet. En dat maakt duidelijk: het gaat hem niet om de
machtigen, of om de interessante mensen. Mensen van wie je tzt weer wat terug kunt verwachten.
Nee, het gaat Hem om iedereen en vooral: dat je dat belangeloos doet. Dat je liefde in je hart hebt.
Maar het maakt ook duidelijk: denk niet: wat stelt het voor. Is wat ik doe in mijn gezin, in mijn straat
voor m'n buurvrouw of mijn buurjongen met een handicap of beperking... is dat nou wat Jezus bedoelt?
Ja, dat bedoelt Hij. Ook daarin mag je omgekeerd denken: ook ik, in mijn klein hoekje (kerstliedje!) doe
het aan Jezus zelf als Ik zijn patroon laat zien. Ook al ziet niemand anders het. En het is te zien, te merken als iemand uit die overtuiging, uit die liefde handelt. Het plaatst een ander
voor een keuze [7.4]. Die keuze is niet altijd positief. Kijk maar naar Judas. Ik stel me zo voor dat dit de
druppel voor hem is die de emmer doet overlopen. Vlak hiervoor (ca. 6 dagen geleden) werd Jezus
gezalfd met dure olie en nu dit. Het moet niet gekker worden.
Dat kan ook onze intuïtieve reactie zijn. Want wij zijn mensen van vlees en bloed, levend na de
zondeval. Maar denk dan aan het voorbeeld van Jezus, die tot het uiterste ging. En denk aan hoe Hij
zich voor jou vernederde tot in de dood toe. Wat een liefde. En die liefde maakt het mogelijk om ook in
ons leven dat omgekeerde patroon te laten zien. Dat patroon van liefde. Want daar komt het uiteindelijk op neer: op liefde. Liefde die van God komt. Door Hem gevoed wordt.
De basis is het kruis [7.5]. Met als drijvende kracht: de Heilige Geest. Die maakt dat je een ander van
harte wilt dienen.